Wat zegt Sint-Thomas van Aquino, middeleeuws theoloog, over immigratie?

Wat zegt Sint-Thomas van Aquino, middeleeuws theoloog, over immigratie?

De Nederlandse cultuur is sterk gevormd door het christendom. Nu wordt onze cultuur bedreigd door immigratie van voornamelijk islamieten. Veel mensen beweren dat de christelijke traditie voorschrijft dat je immigranten moet opnemen in je samenleving. Dat is een groot misverstand. Wie de grote christelijke denker Sint-Thomas van Aquino leest, ziet dat de christelijke traditie waar Nederland op gebouwd is juist streng waarschuwt tegen teveel immigratie. Daarom een artikel over Sint-Thomas' kijk op immigratie van de Amerikaan John Horvat.

In het immigratiedebat wordt bijna klakkeloos aangenomen dat de opvatting van de katholieke Kerk hierover onvoorwaardelijke liefdadigheid is jegens wie de natie binnenkomen, legaal of illegaal.

Maar is dat wel zo? Wat zegt de Bijbel over immigratie? Wat zeggen de Kerkleraren en theologen erover? Wat zegt met name de grootste Kerkleraar, Sint-Thomas van Aquino, over immigratie? Geeft zijn mening nieuwe inzichten in de brandende kwesties die het land nu in hun greep houden en de nationale grenzen doen vervagen.

Immigratie is een modern probleem en dus zou je kunnen denken dat de middeleeuwse heilige Thomas geen mening over het probleem heeft. Toch wel. Je hoeft alleen maar te kijken naar zijn meesterwerk, de Summa Theologica, in het tweede deel van het eerste deel, vraag 105, artikel 3 (I-II Q.105, Art. 2). Daar vind je zijn analyse, op Bijbelse inzichten gebaseerd, die kan bijdragen aan het nationale debat. Ze zijn geheel toepasbaar op het heden.

Sint-Thomas: "De betrekkingen van de mens met vreemdelingen zijn tweevoudig: vreedzaam en vijandig: en in het regelen van beide soorten betrekkingen had de Wet geschikte voorschriften."

Commentaar: Met deze bewering bevestigt Sint-Thomas dat niet alle vreemdelingen gelijk zijn. Elke natie heeft het recht te beslissen welke immigranten gunstig zijn - dat wil zeggen ‘vreedzaam’ - voor het gemeenschappelijk goede. Vanuit een oogpunt van zelfverdediging kan de Staat die criminele elementen, verraders en anderen uitsluiten die hij als schadelijk of “vijandig” voor zijn burgers beoordeelt.

Ten tweede bevestigt hij dat de manier van omgaan met immigratie wordt bepaald door de wet, zowel in geval van gunstige als ‘vijandige’ immigratie. De staat heeft het recht en de plicht de wet toe te passen.

Sint-Thomas: “Want de Joden werden drie mogelijkheden van vreedzame betrekkingen met vreemdelingen geboden. Ten eerste, als vreemdelingen als reiziger door hun land trokken. Ten tweede, als zij kwamen om zich als nieuwkomer in het land te vestigen. En in deze beide opzichten was de Wet tegemoetkomend in zijn geboden: want het staat geschreven (Exodus 22:21) ‘Gij zult geen vreemdeling krenken [advenam]' en opnieuw (Exodus 22:9): 'Gij zult een vreemdeling niet deren [peregrino].'”

Miljoenen migranten dringen Europa binnen. Hun cultuur en geloof wijkt zeer af van de onze. Zulke massa-immigratie leidt tot desintegratie van de samenleving.

Commentaar: Hier erkent Sint-Thomas het feit dat anderen het land zullen willen bezoeken of zelfs enige tijd in het land verblijven. Dergelijke vreemdelingen verdienen behandeld te worden met de liefdadigheid, het respect en de hoffelijkheid, die verschuldigd zijn aan elke mens van goede wil. In deze gevallen kan en moet de wet vreemdelingen beschermen tegen slechte behandeling en lichamelijke mishandeling.

Sint-Thomas: "Ten derde, als vreemdelingen geheel toegelaten wensen te worden tot hun gezelschap en godsdienst. Met betrekking daartoe werd een zekere volgorde in acht genomen. Want ze werden niet zomaar toegelaten tot het burgerschap: net zoals het voor sommige naties wet was dat iemand pas na twee of drie generaties als burger beschouwd werd, zoals de Filosoof zei (Polit. Iii,1).”

Commentaar: Sint Thomas erkent dat sommige mensen zullen willen blijven en burger worden van het land dat ze bezoeken. Hij stelt echter als eerste voorwaarde dat ze ernaar verlangen om volledig geïntegreerd te worden in wat vandaag als de cultuur en het leven van de natie beschouwd zouden worden.

Een tweede voorwaarde is dat het verlenen van burgerschap niet op stel en sprong zou zijn. Het integratieproces vraagt tijd. Mensen moeten zich aanpassen aan de natie. Hij haalt de filosoof Aristoteles aan die stelt dat het proces geacht werd twee of drie generaties te beslaan. Sint-Thomas geeft zelf geen tijdpad voor deze integratie, maar hij erkent dat het een lange tijd kan vergen.

Peiling buitenlandse financiering moskeeën

Sint-Thomas: "De reden hiervoor was dat als vreemdelingen al zou worden toegestaan zich met de zaken van de natie te bemoeien zodra ze zich gevestigd hebben, er vele gevaren zouden kunnen opdoemen, aangezien de vreemdelingen die zich het gemeenschappelijke goed nog niet degelijk eigen hebben gemaakt, iets zouden kunnen ondernemen dat schadelijk is voor het volk."

Commentaar: Het gezond verstand van Sint-Thomas is zeker niet politiek correct, maar het is wel logisch. De theoloog merkt op dat het leven in een natie een complexe aangelegenheid is. Het vraagt tijd om de kwesties te leren kennen waar de natie mee te maken heeft. Wie de lange geschiedenis van hun natie kennen, zijn het meest geplaatst om de lange termijn-besluiten voor de toekomst ervan te nemen. Het is schadelijk en onrechtvaardig om de toekomst van een land te leggen in handen van wie juist zijn aangekomen en die, zonder dat ze daar iets aan doen kunnen, weinig idee hebben van wat in een land speelt of gespeeld heeft. Een dergelijke politiek zou kunnen leiden tot de vernietiging van de natie.

Ter illustratie van dit punt merkt Sint-Thomas later op dat het Joodse volk niet alle naties gelijkelijk behandelde omdat de naties die hun nader stonden, sneller in de bevolking integreerden dan die verder van hen af stonden. Sommige vijandige volken zouden in het geheel niet moeten worden toegelaten tot het volle burgerschap, vanwege hun vijandschap jegens het Joodse volk.

Islam en de zelfmoord van het Westen

Sint-Thomas: “Niettemin was het mogelijk dat een man tot het burgerschap werd toegelaten vanwege een of andere goede daad: zo wordt verteld (Judith 14:6) dat Achior, de bevelhebber van de Ammonieten, “verenigd werd met het volk van Israël, met inbegrip van heel zijn nakomelingschap.”

Commentaar: Dat wil zeggen dat de regels niet rigide waren. Er waren uitzonderingen die toegestaan werden op grond van de omstandigheden. Zulke uitzonderingen waren echter niet willekeurig, maar hadden altijd het gemeenschappelijk goede op het oog. Het voorbeeld van Achior beschrijft het burgerschap dat de bevelhebber en zijn kinderen werd toegekend omwille van de goede diensten die zij de natie hadden bewezen.

Dit zijn enkele van de gedachten van Sint-Thomas van Aquino over het vraagstuk van immigratie, die op Bijbelse beginselen gebaseerd zijn. Het is duidelijk dat immigratie twee dingen in het oog moet houden: het eerste is de eenheid van de natie; en het tweede is het gemeenschappelijk goede.

Immigratie moet integratie tot doel hebben, niet desintegratie of segregatie. De immigrant moet niet alleen de voordelen wensen maar ook de verantwoordelijkheden op zich nemen die horen bij het volle lidmaatschap van de natie. Door burger te worden wordt een persoon deel van een brede familie voor de lange termijn en geen aandeelhouder in een naamloze vennootschap die alleen maar uit is op het eigenbelang van de korte termijn.

Ten tweede leert Sint-Thomas dat immigratie het gemeenschappelijk goede op het oog moet hebben. Het mag een land niet vernietigen of overweldigen. Dit verklaart waarom zoveel mensen zich ongemakkelijk voelen bij massieve en buitensporige immigratie. Een dergelijk beleid roept een situatie op waarin gemeenschappelijke punten van eenheid vernietigd worden en het vermogen van de natie wordt vernietigd om nieuwe elementen organisch in een eenheidscultuur op te nemen. Het gemeenschappelijk goede wordt niet meer in aanmerking genomen.

Een evenredige immigratie is altijd een gezonde ontwikkeling geweest in een samenleving omdat het nieuw leven en nieuwe kwaliteiten in het sociale lichaam inbrengt. Maar als het die evenredigheid verliest en het doel van de staat ondermijnt, bedreigt dit het welzijn van de staat.

Als dit gebeurt, zou een natie er goed aan doen het advies van Sint-Thomas van Aquino en de Bijbelse beginselen te volgen. De natie moet rechtvaardigheid en liefdadigheid jegens allen toepassen, vreemdelingen inbegrepen. Maar zij moet boven alles het gemeenschappelijk goede en de eigen eenheid veilig stellen. Zonder die kan geen land lang bestaan.

Laatst bijgewerkt: 23 november 2023 16:48

Doneer