Wat is de Nederlandse cultuur? Uit het verre Brazilië klinkt een antwoord

Detail uit Johannes Vermeer, Vrouw met waterkan (1665). Het schilderij straalt de Nederlandse volksaard uit van rust, stilte en orde, eigenschappen die de Braziliaanse denker Plinio Corrêa de Oliveira bewonderde. Zien wij in dit meesterwerk niet de roeping die de Goddelijke Voorzienigheid aan Nederland heeft toebedeeld, "om te benadrukken hoe groot kleine dingen werkelijk zijn"?

Wat is de Nederlandse cultuur? Uit het verre Brazilië klinkt een antwoord

"Nederlandse cultuur is meer dan klompen en tulpen: ’Belangrijke tradities en gedeelde waarden staan op het spel’" Zo kopte de Telegraaf op 31 augustus. Het vraagstuk van de Nederlandse cultuur leeft. Een waardevolle bijdrage aan het debat daarover leverde de Braziliaanse (!) katholieke denker Plinio Corrêa de Oliveira (1908-1995) tijdens een conferentie in 1966. Hieronder volgt zijn toespraak.

Het Nederland van Rembrandt

Nederland is een fascinerend land om te bestuderen als een 'secundair' maar zeer belangrijk land. Ik heb het natuurlijk over Nederland tot het einde van het Ancien Régime, dat iets heel anders is dan het gecentraliseerde, monarchale en 'plastische' Nederland dat het resultaat was van de herschikking van Europa door het Verdrag van Wenen.* Dat was het Nederland van Rembrandt, toen het nog iets van Bourgondië had, een prachtige formule. Natuurlijk zou ik ook iets over België kunnen zeggen. Mijn blik viel zojuist op een man van Nederlandse afkomst die onze zaal hier siert; wees gerust, toen ik Nederland prees, had ik geen flauw idee dat u een Nederlander was. 

"Zeer karakteristiek landschap"

Wat kunnen we zeggen over Nederland? Laten we eerst iets zeggen over de politieke organisatie. Laten we zeggen dat Nederland volledig uit bijzonderheden bestond. Het was een conglomeraat van vaag confederale kleine staten die samen vormden wat de Fransen les états généraux de l'Hollande noemdenHet was grofweg een geografisch gebied rond de Rijn en gelegen aan zee, waar men al tegen de zee vocht met dijken, enz., in een zeer karakteristiek landschap.

Lees ook: Nederland. Hoe dacht Johan Huizinga erover?

Rustige, nauwgezette mensen

Ze noemen een van hun provincies Neederlande, wat 'laag land' betekent. Die sfeer is typerend voor een riviermonding die in contact staat met de zee. De Rijn, een kalme en majestueuze rivier, mondt bijna slapend uit in de zee, bijna verdwijnend, zijn zelfbewustzijn verliezend en zich ontvouwend in een reeks kanalen en moerassen, allemaal erg ondiep en glad, met enorme panorama's zo ver het oog reikt. Het gebied is zeer vruchtbaar en bruikbaar, maar moet worden bewerkt, en de mensen die er wonen zijn daar goed op voorbereid. Waarom? Het zijn zeer rustige, zeer vrijgevige, intelligente en zeer nauwgezette mensen aan wie de Goddelijke Voorzienigheid in Europa de rol lijkt te hebben voorbehouden om te benadrukken hoe groot kleine dingen werkelijk zijn. 

Staten-Generaal

Ze vormden een conglomeraat van staten met republieken die waren verenigd in een soort vergadering die van tijd tot tijd bijeenkwam om beslissingen te nemen: de Staten-Generaal. Deze Staten-Generaal werden geleid door een ambtenaar met de naam Stadthouder. Hij is de directeur die de staat leidt en stuurt. In wezen was hij een echte president van een republiek. Maar een president van een republiek met vele republieken erin. Het had ook feodale gebieden met onder andere een zeer machtige feodale familie die verbonden was met alle regerende huizen in Europa: het huis van Oranje, dat prinsen had.

Speciaal soort edelman

Al zijn leden hadden recht op de titel van prins en werden daarom met 'Hoogheid' aangesproken. Ze genoten alle voordelen en eerbewijzen die bij prinsen van soevereine huizen horen. Velen waren zeer belangrijk vanwege hun rijkdom en sociale status, maar ook vanwege hun activiteiten en intelligentie, waardoor ze een monarchale en aristocratische noot toevoegden aan het Nederlandse leven. Die sfeer creëerde twee soorten mensen: de edelman en de gewone burger. Maar het was een speciaal soort edelman en een speciaal soort gewone burger. Die edelman weigerde de delicate manieren van de Franse adel over te nemen.

Volg COV op Telegram

Met beide benen stevig op de grond

Terwijl de Franse adel steeds schitterender werd, maar ook steeds porseleinachtiger en uiteindelijk flinterdun, stonden de Nederlandse edelen met beide benen stevig op de grond, waren ze sterk als ossen, rijk maar zuinig en onafhankelijk. Ze oefenden vaak het stadhouderschap uit, dat zich zelfs uitbreidde en aanleiding gaf tot een dynastie in Engeland. Toen de Tudors ten val kwamen, was het het Huis van Oranje – want Willem van Oranje was getrouwd met een Stuart – dat koning-gemaal van Engeland werd en daar een dynastie stichtte.

Ultra-robuuste dames

Welnu, die stijl van de Nederlandse adel werd binnen de toenmalige normen van elegantie als een beetje ongepast of belachelijk beschouwd. Ik herinner me een ironische opmerking van Saint-Simon over episodes in een van die oorlogen, waarin sommigen werden gearresteerd, dit of dat deden, en hij zegt: "Er zat ook een boot vast in de rivier, maar daar zat niet veel in: hij zat alleen vol met prinsen van het Huis van Oranje." Je ziet hoe hij de Nederlanders saboteert. We kunnen ons voorstellen dat er op de boot zo'n vijftig prinsen en prinsessen van het Huis van Oranje zaten, allemaal groot, gekleed in Franse stijl omdat dat verplicht was, met pruiken met levensgrote paardenstaarten, enorme schoenen van damast met hakken, die ultra-robuuste dames gekleed in dure brokaat en waarschijnlijk ham-kaasbroodjes etend... Sommige mannen rookten een sigaar. 

Een onvergetelijke grootsheid

Deze sfeer is zeker anders dan die van de Franse adel of de ascetische grandeur van de Spaanse adel, of nog die van de luchtige, etherische Weense adel. Maar het was een adel die haar privileges behield in een republikeins systeem, het leiderschap van de staat behield te midden van een egalitaire sfeer verspreid door het calvinisme, en uiteindelijk de troon bereikte toen Holland een monarchie werd. Daarom kreeg die adel een solide en proactief karakter met een zodanige grootsheid dat we die niet kunnen vergeten. Het feit dat ze er belachelijk uitzagen in Franse kleding betekent niet dat ze belachelijk waren. Hun manier van zijn is een van de authentieke manieren van de adel.

Nuchtere, serieuze houding

De plattelandsadel, sterk, weelderig, solide, heeft geen verplichting om hoffelijk te zijn, omdat niemand de verplichting heeft om Frans te zijn. Ze waren in alles respectabel, behalve dat ze zich hadden laten meeslepen door de storm van de Franse mode die over Europa raasde, waartegen ze misschien niet genoeg middelen hadden om zich te verdedigen. Want als heel Europa Frans werd, inclusief de Denen, Zweden en Noren, wat kon de Nederlandse adel dan doen? (De houding van de Nederlandse adel was): "Als ik het recht heb om te regeren, dan regeer ik, blijf ik standvastig en oefen ik mijn rol uit, en daarmee is de kous af." Als de hele Europese adel deze nuchtere, serieuze houding van de Nederlandse adel had gehad om zichzelf te behouden, dan zou de Revolutie veel meer moeilijkheden hebben ondervonden dan het geval was.

Lees ook: ‘Revolutie en Contrarevolutie’ als recept tegen de verwarring

Gratie en charme

Tegelijkertijd zien we echter de ontwikkeling van het burgerlijke leven in Nederland. Maar in Nederland staat die ontwikkeling in schril contrast met de schilderijen van Rembrandt en met het Franse burgerlijke leven. Als we bijvoorbeeld kijken naar Franse schilderijen uit de tijd van Fragonard, Mathieu en vele anderen, zien we dat het Franse burgerlijke gezinsleven, zelfs in de plebejische klasse, gekenmerkt werd door gratie en charme, wat kenmerkend is voor het Franse volk.

Een typisch Frans tafereel

Er is een beroemd schilderij, als ik me niet vergis van Fragonard, getiteld "Ochtenchocolade". Het toont een plebejisch huis met hooggeplaatste arbeiders, een oude arbeidster met een kapje dat bijna op een markiezin lijkt, zittend aan een tafel met een grote handdoek die tot aan haar voeten reikt. Maar het is niet zo mooi gedaan of goed gearrangeerd als op een adellijke tafel, hoewel het een degelijke handdoek is. Op een stoel zit een heel charmant meisje voor haar grootmoeder, die haar brood en chocolade geeft. Tegelijkertijd geeft het meisje discreet een deel ervan aan een kleine puppy die klaar is om te eten. Het idee is dat de grootmoeder het kind voedt, en het kind de hond voedt, en dat het kind uiteindelijk de puppy van de grootmoeder is, net zoals de puppy het kind van het kind is.

Franse kunst: aandacht is gericht op personen

Hier ziet men een espièglerie, een soort naïeve, vriendelijke, aangename grap die de lichte charme van dat gezinsleven beschrijft, die ook terug te vinden is in honderden andere interieurscènes geschilderd door Franse kunstenaars, vooral uit de 18e eeuw. Een kenmerkend aspect van Franse schilderijen is dat de interieurs altijd helder zijn. Het clair-obscur speelt geen rol. Het licht stroomt door het raam en overspoelt de kamers, en de stoffen zijn licht van kleur. De aandacht van de schilders – en ik denk dat dit punt erg belangrijk is – is veel minder gericht op voorwerpen. Ze schilderen scènes van houdingen die mensen ten opzichte van elkaar aannemen, wat wijst op het dynamische karakter van het Franse volk. 

Nederlandse kunst: aandacht is gericht op voorwerpen

In Nederland is dat anders. Het licht is over het algemeen geen daglicht, of beter gezegd, het is niet het Franse daglicht. Het licht komt binnen vermengd met een bepaalde schaduw. Je bevindt je in een regio waar de dagen veel minder helder zijn, waar het licht dat de binnenkant van kamers en woonkamers binnendringt ook veel minder helder is, en daardoor heerst er een sfeer van herinnering in de kamer. Over het algemeen wordt het interieur van een huis niet gepresenteerd als een plek waar scènes zich afspelen, maar als een plek waar herinneringen worden opgehaald en waar iemand zich afzondert en stil is.

Vermeer geograaf

Detail uit Johannes Vermeer, De geograaf (1669).

Lange Nederlandse stilte

Deze Nederlandse herinnering, deze Nederlandse peinzendheid, deze lange Nederlandse stilte veronderstelt een comfort en warmte die zeer aanwezig zijn in Nederlandse interieurs. Hier hebben we clair-obscur; we hebben een kamer vol hoeken, met veel voorwerpen die verschillende lichtreflecties hebben. Deze Nederlandse bezinning en peinzendheid, deze lange Nederlandse stilte veronderstelt een comfort en warmte die zeer aanwezig zijn in Nederlandse interieurs. We hebben dus een clair-obscur, een kamer vol hoeken, met veel voorwerpen die licht reflecteren. 

Comfort en gezelligheid

Je hebt bijvoorbeeld een koperen pot, maar dan wel een die een scène weergeeft met een bepaald aspect van het interieur van de kamer dat de schilder wilde benadrukken; of een van die kroonluchters zoals we die hebben in de kamer die ik gewoonlijk gebruik in het Martimhuis, een van die logge kroonluchters die eruitzien alsof ze zijn gemaakt om comfort en gezelligheid uit te stralen, met veel kleine lampjes en spotjes die een donker licht verspreiden. De personages zijn dik, kalm en zitten aangenaam. Vaak worden één of twee personages afgebeeld, en voor zover ik me kan herinneren, praten ze niet met elkaar. Ze zijn samen stil, in een gezelligheid die vooral stil is. Gesprekken, onmisbaar voor Latijnen, zijn voor hen het meest overbodige wat er is. En juist om die reden moeten de voorwerpen spreken.

Ingetogen leven

Er is dus een overwaardering van het symbolische aspect van alle voorwerpen om een soort contact tussen de zielen van de aanwezigen over te brengen, dat functioneert via die voorwerpen. Het geheel geeft het idee van een serieus, ingetogen leven, een leven van werk maar zonder haast; een leven van zaken maar zonder ratrace, ongetwijfeld een burgerlijk leven, maar een leven met een volle ziel. Het is een leven vol ziel dat de manier van zijn uitdrukt van een volk dat veel meer spreekt door aanwezigheid dan door woorden, en dat een charmante toon zet door zoveel mogelijk dingen in zo weinig mogelijk woorden te zeggen, en door beknoptheid tot een index van hun wezenlijke gedachten te maken.

Brugge

We kunnen ons bijvoorbeeld Brugge voorstellen, met die grachten waar het water zo langzaam stroomt, die lanen en huizen met veel glas-in-loodramen uit de middeleeuwen; daaronder winkels zonder ramen. In de kanalen varen boten met goederen, boten met reizigers, boten met mensen die zich vermaken, mensen van adel, enz. Maar hun plezier zit ook in die stemvork die het hele Nederlandse leven een soort rust geeft die echt een van de parels van Europa is. Het is geen groot of prachtig juweel in vergelijking met andere, maar het is een echt juweel, nuttig voor het algemene evenwicht van de Europeanen. Want het evenwicht tussen landen wordt in Europa niet bereikt door elk land alles te laten hebben, maar door elk land iets te laten hebben dat bij de andere landen bijna volledig ontbreekt.

Jan Baptist van Meunincxhove The Burg in Bruges

Jan Baptist van Meunincxhove, De Burg in Brugge (17de eeuw).

Nederland is niet oorlogszuchtig

Zo bereiken landen hun evenwicht. En Nederland vertegenwoordigt in Europa die stabiliteitsfactor die de Noordse volkeren op een bepaalde manier kunnen bieden, maar die het heeft verfijnd zonder een oorlogszuchtige natie te zijn. Nederland heeft weliswaar verschillende oorlogen gevoerd, maar was geen oorlogszuchtige natie zoals Duitsland. Het was eigenlijk een burgerlijke, vreedzame, rustige, bedachtzame natie, met een dagelijkse routine vol betekenis en bezieling. Bovendien drong iets daarvan ook door in het leven van de adel, net zoals sommige aspecten van de adel doordrongen in het leven van bepaalde burgerlijke interieurs. 

De tulp

Je hebt stoelen met hoge rugleuningen die veel waardigheid uitstralen, sommige burgerlijke met stabiliteit, reflectievermogen, een kracht die al iets aristocratisch heeft, en er was osmose van de kwaliteiten van de ene sociale klasse naar de andere, waardoor Nederland een werkelijk charmant geheel werd. Een harmonieus contrast hiermee is de pracht van de tulp. Als we de tulp analyseren, zien we een contrast in kleur, maar niet in vorm. De tulp is een logische bloem in haar ordening, als een kelk die gemaakt is om uit te drinken. Ze inspireert geen fantasieën en wekt geen buitenaardse verbeeldingen op zoals de roos dat kan, tenzij haar kleur echt een soort lichtstraal is die enigszins compenseert voor wat het omringende clair-obscur misschien een beetje saai of een beetje zwaar maakt.

Grote admiraals

Van het weinige dat ik heb gezien, is het Nederlandse eten van hetzelfde genre. Grote, vette kazen met een sterke smaak die worden gegeten met enorme broden, in grote stukken, om die mannen met grote kanten borden te vullen en voor een lange, rustige spijsvertering tot het einde toe. Toen deze mensen ten strijde moesten trekken, vochten ze met hun deugden van wijsheid. Ze waren grote admiraals; ze boezemden Engeland angst in, trokken helemaal naar het Oosten, brachten daar onnoemelijke schade toe aan de katholieke zaak, verpletterden het heilige Spaanse koloniale rijk en waren ook in Recife. Als ze politiek moesten bedrijven, waren ze uiterst sluwe politici. Als ze kunst moesten maken, waren ze uiterst briljante kunstenaars. En op al deze verschillende gebieden produceerden ze exponentiële figuren van het Europese leven. Iedereen die zou zeggen dat Rembrandt een tweederangs schilder is, zou zichzelf belachelijk maken, om maar Rembrandt te noemen. 

Lees ook: Waarom horen we woke niet over admiraal Ellis?

De glimlach ontbreekt

Is er in dit alles iets waar we over kunnen treuren? Ja, dat is er. Voor zover ik me op dit moment kan herinneren, dus het moet iets heel kleins zijn geweest, zag ik geen glimlach in Nederlandse dingen. Ik zag in Nederlandse dingen ook niet de levensvreugde die de hoop op een toekomstig leven laat zien. Het nadeel van dit alles is dat het heel goed is, heel rechtlijnig, maar dat het een zekere geslotenheid voor dat leven met zich meebrengt.

Hang naar melancholie

Het Nederlandse comfort creëert weliswaar voorwaarden om aan een ander leven te denken, maar het geeft geen suggesties voor een ander leven, wat iets anders is. Dit is naar mijn mening een gevolg van het calvinisme. Zij gaven zich met lichaam en ziel aan het calvinisme over, zoals de Spanjaarden zich aan de katholieke religie overgaven. Het resultaat is dat er iets verkeerds en bedorvens Nederland is binnengedrongen, wat door de eeuwen heen is versterkt en zich naar mijn mening vertaalt in deze karakteristieke kenmerken: een soort endemische droefheid, een rage voor het trieste en melancholische, die we terugvinden in de ziel van veel Nederlanders en hun nakomelingen. Een andere eigenschap die hiermee verband houdt, is chagrijnigheid, die ook bij verre afstammelingen te vinden is. Het zijn de mensen die bij uitstek nors zijn geworden. Ze spotten voortdurend met elkaar en met de hele wereld. Ze leven van schelden. Bij de calvinist is dit gemopper niet onschuldig; het zijn steken, porren, enz. 

Prachtige kantwerkers

We merken daar iets op dat niet gericht is op toegeeflijkheid; een Nederlander is niet toegeeflijk. Men ziet daar geen schilderij dat de indruk wekt van toegeeflijkheid, een eigenschap die bij bijvoorbeeld een Fransman bijna cynisme bereikt. Bij de Nederlanders is dat niet het geval. Toegeeflijkheid is afwezig. Deze drie opmerkingen verklaren iets wat Nederland mist, iets wat dat land tot bloei had kunnen brengen. Slechts één aspect van de Nederlandse cultuur heeft enkele van deze karaktereigenschappen: kantklossen. Ze waren prachtige kantwerkers. En het maken van kantwerk duidt op een mogelijkheid van hun ziel die ze alleen in termen van kantwerk hebben verkend. Daarom is er iets frustrerends in Nederland, een eigenschap die volgens mij onmisbaar is om een beeld van de Nederlander te schetsen. Zo zie ik Nederland. 

Vermeer kantwerkster

Detail uit Johannes Vermeer, De kantwerkster (1671).

Huis van Oranje

Ik sluit af met een 'kers op de taart' – een charmante anekdote die de Franse geest illustreert. In de oudheid was het Huis van Oranje een tak van een Frans huis uit een plaats genaamd Orange, in Frankrijk. Onlangs, toen ze een van de eeuwfeesten van het Huis van Oranje vierden, ging een delegatie in klederdracht naar de festiviteiten om deel te nemen. Ze dansten voor de koningin en zeiden tegen haar: "Madame, même si on vous quitte l'or, il reste l'ange. Or-ange. ("Mevrouw, zelfs als ze uw goud afnemen, blijft de engel.")

Voetnoot

* (Noot van de redactie) Professor Plinio Corrêa de Oliveira beschouwt dus de taalkundige en culturele eenheid van Nederland en Vlaanderen, voordat in de 19de eeuw er een politieke breuk kwam en een (in de optiek van Corrêa de Oliveira) authentiek Nederlandse stad als Brugge staatkundig gescheiden raakte van Nederland.

Allegory of the Catholic Faith

Detail uit Johannes Vermeer, Allegorie van het katholieke geloof (1670). Dat één van Nederlands grootste kunstenaars een diepgelovige katholiek was, is velen onbekend.

Laatst bijgewerkt: 4 september 2025 06:33

Doneer