Prof. Plinio Corrêa de Oliveira (1908-1995).
De rol van Plinio Corrêa de Oliveira bij de totstandkoming van internationaal religieus rechts
Cultuur onder Vuur publiceert binnenkort de eerste Nederlandse vertaling van Revolutie en Contrarevolutie. Dit boek geldt als het centrale werk in het oeuvre van prof. Plinio Corrêa d’Oliveira, de Braziliaanse denker en tevens doener: behalve geleerde is prof. Plinio namelijk ook de grote inspiratie achter het wereldwijde netwerk van TFP (Traditie, Familie en Privé-eigendom) waarvan ook Cultuur onder Vuur deel uitmaakt.
Geworteld in geloof
Maar de invloed van prof. Plinio is veel breder. Ook de academische wereld ontdekt nu zijn betekenis als de drijvende kracht achter het herstel van een contrarevolutionaire en katholieke wereldvisie. Julio Loredo bespreekt hieronder een nieuw boek dat de plaats van prof. Plinio in de opkomst van ‘internationaal Nieuw Rechts’ erkent en beschrijft, waarbij direct aangetekend dient te worden dat aan diens ‘rechts’ zijn niets ‘nieuw’ was: prof. Plinio stond eenvoudigweg geworteld in zijn traditionele katholieke geloof. Van daaruit dacht hij, en vooral: van daaruit handelde hij.
Altijd ‘vooruit’
De werking van prof. Plinio staat daarom haaks op de revolutionaire mythologie, waarin het historische proces altijd alleen maar "vooruit" gaat, naar vormen van denken, voelen en leven die steeds liberaler, egalitairder, toleranter, seculierder, inclusiever, kortom "moderner" zijn. Met andere woorden, het beweegt altijd naar links. Onverbiddelijk.
Communisme rukte op
Aan het begin van de jaren zestig en zeventig leek dit een onverbiddelijke waarheid. Terwijl op cultureel gebied de gifstoffen van 1968 de morele en psychologische grondvesten van het Westen lieten verdwijnen, rukte het communisme op sociaal-politiek gebied onverdroten op. De Verenigde Staten, de facto leider van de niet-communistische wereld, was op de terugtocht, vooral na de ramp in Vietnam. Het Amerikaanse volk zonk psychologisch weg in wat analisten een malaise noemden, geïnterpreteerd als een waarschuwing voor de niet zo verre dood. Deze malaise verspreidde zich vervolgens over de hele westerse wereld.
‘Euforie van dissidentie’
Op kerkelijk gebied vierden de voorstanders van de zogenaamde hermeneutiek van breuk en discontinuïteit, die het Tweede Vaticaans Concilie interpreteerden als de geboorte van een Nieuwe Kerk, de overwinning. Zeker ook in Nederland. De zogenaamde ‘euforie van de dissidentie’ waaide sterk in de Kerk. De progressieve lijn zegevierde overal. Het traditionalisme werd, bijna letterlijk, gereduceerd tot anderhalve man en een paardenkop.
In 1979 begon echter alles te veranderen.
'Jaren zestig voorbij'
In mei won Margaret Thatcher de verkiezingen in Groot-Brittannië en bracht daarmee een conservatieve opstand op gang. Die ontmantelde in enkele jaren tijd het socialistische apparaat dat het land meer dan een halve eeuw had gedomineerd. Toen, in november 1980, won Ronald Reagan de Amerikaanse verkiezingen en leidde de Conservatieve Beweging naar de macht. En ook hier werd het land getroffen door een Copernicaanse verschuiving. "De jaren zestig zijn voorbij! - De jaren zestig zijn voorbij!" was een van de meest herhaalde slogans. Het was het begin van de Conservative Revival, die zich vervolgens over de hele wereld verspreidde en in veel landen een nieuwe rechtervleugel met een duidelijke religieuze inspiratie aan het bewind bracht.
Progressieve theologie veroordeeld
Op kerkelijk gebied betekende het pontificaat van Johannes Paulus II, hoewel met licht- en schaduwzijden, eveneens een keerpunt, waarvan het motu proprio Ecclesia Dei (1988) een voorbeeld was, dat opnieuw de deuren opende voor de Tridentijnse Mis. Het traditionalisme begon overal toe te nemen, vooral onder jongeren. Verschillende religieuze en kerkelijke instituten van conservatieve/traditionalistische oriëntatie zagen het licht. De excessen van de progressieve theologie werden veroordeeld. Deze wending werd nog versterkt in het pontificaat van Benedictus XVI, bijvoorbeeld met het motu proprio Summorum Pontificum, wat leidde tot situaties zoals in Frankrijk, waar bijna de helft van de gewijde priesters van de traditionele ritus is.
Rol van Brazilië
De Conservative Revival is, zowel in haar wereldlijke als in haar godsdienstige aspecten, door vele intellectuelen uitvoerig en diepgaand bestudeerd. Academische literatuur over dit onderwerp is er in overvloed. Toch is er één punt dat nog niet voldoende is onderzocht: de rol van Brazilië en meer bepaald van professor Plinio Corrêa de Oliveira bij het ontstaan en de ontwikkeling van deze reactie. Om in deze leemte te voorzien, heeft Benjamin A. Cowan onlangs het boek Moral Majorities across the Americas gepubliceerd. Professor Cowan, afgestudeerd aan Harvard, is hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Californië, San Diego.
Ongepubliceerde bronnen
Zijn onderzoekswerk is omvangrijk. Niet minder dan 824 voetnoten getuigen van de overvloed aan verwijzingen waarmee de auteur zijn werk heeft willen verrijken. Veel van de bronnen zijn ongepubliceerd: de persoonlijke archieven van Mgr. Geraldo di Proença Sigaud; rapporten van de Braziliaanse inlichtingendiensten; de Paul Weyrich Papers van de manuscriptenafdeling van de Library of Congress; de diocesane archieven van São Paulo en Diamantina; de archieven van het Braziliaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, enzovoort.
Bijtende kritiek
Zoals bij elk werk van historische analyse moet er enige nuance worden gemaakt, vooral door mensen, zoals schrijver dezes, die aan sommige van de beschreven gebeurtenissen hebben deelgenomen, of intiem contact hebben gehad met degenen die eraan hebben deelgenomen. Niettemin is het een omvangrijk werk dat het academisch onderzoek over dit onderwerp richting zal geven. Er zij aan herinnerd dat professor Cowan een liberaal is, en dus een ideologisch standpunt inneemt dat tegengesteld is aan de werkelijkheden die hij bestudeert. Verre van een apologeet te zijn , levert hij kritiek, soms zelfs bijtende.
Tweede Vaticaans Concilie
Het eerste hoofdstuk is gewijd aan het Tweede Vaticaans Concilie. Ondanks de grote bibliografie die nu beschikbaar is over de Raad, stelt Cowan dat wetenschappers nog niet voldoende aandacht hebben geschonken aan het "beslissende optreden van een hechte groep Brazilianen die zich tijdens en na het Concilie inspanden om de hervormingsgezinde golf in te dammen". (...) De centrale plaats van de Brazilianen [in de traditionalistische reactie] is meestal in de schaduw gehuld" [1]. De interventies van Mgr. José Maurício da Rocha, bisschop van Bragança Paulista, "monarchist, fel antimodernist, anticommunist en anti-liberaal", zijn bijvoorbeeld over het hoofd gezien. Beter bekend, maar nog steeds niet goed bestudeerd, is het optreden van Mgr. Geraldo de Proença Sigaud, aartsbisschop van Diamantina, en van Mgr. Antonio de Castro Mayer, bisschop van Campos.
‘Braziliaanse bijdrage genegeerd’
Deze "hechte groep Brazilianen" werd gevormd door de twee laatstgenoemde Concilievaders, bezield en gesteund door de leden van de TFP, die voor de gelegenheid twee kantoren in de Eeuwige Stad hadden geopend. De inspirator en drijvende kracht van de groep was, zonder twijfel, Professor Plinio Corrêa de Oliveira.
Ondanks het feit dat deze groep "een belangrijke en in zekere zin baanbrekende rol heeft gespeeld in de politiek van het traditionalistische katholicisme, zowel nationaal als transnationaal, tijdens en na het Concilie, worden Mayer, Sigaud en de opzienbarende TFP vaak buiten beschouwing gelaten in de geschiedschrijving over het ontstaan van de aartsconservatieve katholieke reactie in de wereld. (...) Onderzoekers hebben deze Braziliaanse bijdrage grotendeels genegeerd. (...) In dit eerste hoofdstuk zou ik dit activisme van conservatieve Brazilianen tijdens het Tweede Vaticaans Concilie willen kenschetsen als een element in de opbouw en ontwikkeling van het transnationale katholiek traditionalisme. (...) De Brazilianen waren in zekere zin de belangrijkste - en tot nu toe verwaarloosde - kracht achter het conservatieve verzet tegen Vaticanum II" [2].
Verzet tegen neo-modernisme
Uiteraard beweert Cowan niet dat dit de enige component was van de traditionalistische reactie tijdens het Concilie. Hij stelt alleen dat er tot nu toe niet voldoende aandacht aan is besteed. De anti-progressieve actie van Plinio Corrêa de Oliveira begon volgens hem in de jaren dertig met de oprichting van de Gruppo del Legionario, en werd voortgezet met zijn verzet tegen het neo-modernisme binnen de Katholieke Actie in de jaren veertig, en met de oprichting van de Catolicismo beweging in de jaren vijftig. Tegen het begin van de jaren zestig had Plinio's anti-modernistische werk "in Brazilië weerklank gevonden [en] had het ook aanzienlijke internationale repercussies die de wereldwijde katholieke reactie op modernisering en secularisering hielpen vormen en ondersteunen" [3].
‘Progressieve wending Concilie’
Toen Dr. Plinio in 1962 in Rome aankwam, had hij dus al heel duidelijke ideeën en een perfect uitgestippeld strijdplan, in tegenstelling tot veel andere conservatieven die "verrast waren door de progressieve wending van het Concilie" [4]. In feite, aldus Cowan, "liep de TFP vooruit op de oriëntatie van het Concilie, en begon zich te organiseren voordat deze begon" [5]. Het privé-archief van Mgr. Sigaud bevat verslagen van ontmoetingen met Plinio Corrêa de Oliveira voor het plan om zich te verzetten tegen de progressieve aanval op het Concilie, voordat hij naar de Eeuwige Stad vertrok.
Debacle
Dit plan is vervat in het votum dat Mgr. Sigaud aan het Concilie heeft voorgelegd, maar dat geïnspireerd en wellicht misschien gedeeltelijk geschreven is door Plinio Corrêa de Oliveira: "De Kerk moet op wereldschaal de strijd tegen de revolutie organiseren" [6]. Dr. Plinio's realistisch bezorgde visie stond in schril contrast met de ‘jubelstemming’ die niet weinig conservatieven koesterden over de bijeenroeping van het Concilie, omdat zij daarin een kans zagen voor ‘conservatieve vernieuwing. De Braziliaanse leider vreesde dat het op een debacle zou uitdraaien [7].’
‘Ruggengraat van Coetus’
Tijdens het Concilie kwamen de traditionalisten bijeen in de Coetus Internationalis Patrum. Uit de archieven van bisschop Sigaud komt naar voren dat hij een centrale plaats inneemt in de vorming van de Coetus, altijd aangemoedigd door Plinio Corrêa de Oliveira. Van hem zijn bijvoorbeeld de manuscripten met "de grote lijnen voor de structuur, vergaderingen, publicaties, activiteiten en financiering" van de Coetus. In een brief aan de Braziliaanse Minister van Buitenlandse Zaken, waarin hij hem om financiële steun vroeg, schreef Mgr. Sigaud: "Ik kan [in Rome] geen belangeloze en betrouwbare medewerkers vinden. De Braziliaanse activisten daarentegen werken alleen maar vanuit een gevoel van toewijding aan onze zaak, met grote doeltreffendheid en discretie.(...) Zij zijn specialisten, elk in één aspect van het Concilie. (...) De ruggengraat van de Coetus is altijd toevertrouwd geweest aan deze Braziliaanse activisten, en dat moet zo blijven" [8]. Cowan concludeert: "Het activisme van de TFP nam een centrale plaats in bij de mobilisatie van het conservatieve blok".
‘Esthetische dimensie contrarevolutie’
Mgr. Marcel Lefebvre zelf noemde de TFP het "stuurcomité" van de Coetus [9]. Een mening die gedeeld wordt door de Franse historicus Henri Fesquet. Cowan concludeert: "Zoals we hebben gezien, behoorden Marcel Lefebvre en zijn volgelingen tot degenen die de Brazilianen beschouwden als de hoofdrolspelers, zelfs helden, op dit gebied" [10].
Wij slaan een lang hoofdstuk over, getiteld De schoonheid van hiërarchieën, waarin Cowan de doctrines uitlegt die TFP bezielen. Het is echter interessant vast te stellen hoe TFP volgens Cowan uit haar katholieke visie niet alleen een anti-progressieve visie op religieus gebied afleidt, maar ook een traditionalistische opvatting van de wereldlijke samenleving, die nauw met de eerstgenoemde verbonden is. Vandaar haar strijd op politiek, sociaal, cultureel, moreel en religieus gebied. Het is ook interessant op te merken dat Cowan de nadruk legt op de "esthetische dimensie" van de contrarevolutie die de TFP nastreeft.
‘Specifiek religieus conservatisme’
Professor Cowan concludeert: "Hoewel het katholieke traditionalisme het meest directe en erkende effect van deze [TFP] activisten heeft gehad, strekt hun invloed zich ook uit tot het bredere terrein van het moderne religieuze conservatisme. Dit is wat ik in de volgende hoofdstukken zal bespreken. (...) Het activisme van de TFP maakte van Brazilië een belangrijke plaats voor de ontwikkeling van dit specifieke religieuze conservatisme, dat later binnen en buiten Brazilië weerklank zou vinden " [11] .
‘Nieuw Transnationaal Rechts’
In hoofdstuk vier wil Cowan "de rol van Brazilië traceren als belangrijkste kern in het netwerk waaruit het transnationale Nieuw Rechts is ontstaan" [12]. Het moet duidelijk zijn dat het ‘Nieuw Rechts’ waarnaar hij verwijst, niets te maken heeft met de Europese Nouvelle Droite, dat een neo-paganistische matrix heeft. De fundamenten van dit Nieuw Rechts waren, volgens Cowan, het anticommunisme, de verdediging van morele waarden en de westerse cultuur. Het was juist de gemeenschappelijke afkeer van het communisme - toen de ergste vijand van de westerse christelijke beschaving - die vele groepen en bewegingen ertoe bracht te trachten hun krachten te bundelen. Cowan toont aan dat TFP hierin een belangrijke rol speelde: "Brazilië werd een centrale locatie voor de ontwikkeling en geloofwaardigheid [empowerment] van rechtse figuren en bewegingen, waarvan het belang verder reikte dan de nationale grenzen" [13].
Ronald Reagan
Op basis van grotendeels ongepubliceerde documenten analyseert de auteur met name de relatie tussen TFP en Amerikaans Nieuw Rechts. Om ze te begrijpen, moet men een stap terug doen. Aan het eind van de jaren veertig, met de publicatie van Burke's Politics [14], begon wat later de Conservative Movement [15] zou worden genoemd, vorm te krijgen in de Verenigde Staten. Na een periode van doctrinaire werking, en een voorbarige en daarom mislukte verkiezingspoging met Barry Goldwater in 1964, kwam deze beweging aan het eind van de jaren zestig in Washington terecht, waar zij denktanks oprichtte zoals de Heritage Foundation, en structuren voor politieke actie zoals de Free Congress Foundation. De ziel ervan was Paul Weyrich, een traditionalistische katholiek van Oostenrijkse origine [16]. In 1980 hielp dit New Right om Ronald Reagan, de eerste ‘conservatieve’ president, tot president te maken. Zo begon een diepe en krachtige Conservative Revival, die niet alleen de politiek maar ook de cultuur beïnvloedde [17].
Bevrijdingstheologie
Naast politieke en culturele actie begonnen de katholieken van New Right (inderdaad de overheersende stem) een campagne van verzet tegen het progressivisme binnen de Kerk. Daartoe richtten zij het Catholic Center op om "de progressieve linkse beweging in de Kerk te bestrijden" [18]. Het was bijvoorbeeld uit deze smederij dat in 1986 de eerste aanklacht tegen de homolobby's kwam [19]. Evenals verschillende studies tegen de zogenaamde bevrijdingstheologie [20]. Het is geen toeval dat er vandaag de dag niet minder dan vijftien Missen in de oude Romeinse ritus zijn in het grootstedelijk gebied van Washington D.C. Het is de lange golf van de Conservative Revival.
Amerikaanse TFP
Professor Plinio Corrêa de Oliveira, die aandacht had voor ontwikkelingen die zouden kunnen wijzen op een mogelijk contrarevolutionaire reactie, hechtte veel belang aan de opkomst van New Right, zowel vanwege de concrete actie die het ondernam als vooral vanwege de verandering in het Noord-Amerikaanse ideologische landschap die het vertegenwoordigde. Om de betrekkingen met de TFP aan te halen heeft de Amerikaanse TFP haar aanwezigheid in de hoofdstad versterkt met het TFP Washington Bureau, waaraan Cowan veel aandacht besteedt.
‘Meest bijzondere gesprekken’
In juni 1981 kreeg Plinio Corrêa de Oliveira in São Paulo bezoek van James Lucier, adviseur van de commissie voor buitenlandse zaken van de Amerikaanse Senaat, en Francis Bouchey, vice-voorzitter van de Inter-Amerikaanse Veiligheidsraad, beiden vooraanstaande figuren van Nieuw Rechts. Toen, in 1988, kreeg hij bezoek van Nieuw Rechts leiders, waaronder Paul Weyrich en Morton Blackwell. In zijn toespraak tot de leden en medewerkers van de Braziliaanse TFP vertrouwde Weyrich toe: "De gesprekken die ik met uw leider [Plinio Corrêa de Oliveira] heb gevoerd zijn de meest bijzondere uit mijn hele politieke carrière geweest" [21].
Bredere visie
Cowan is vooral geïnteresseerd in de internationalisering van dit New Right. Hij wijdt dan ook verschillende bladzijden aan het verhaal van het International Policy Forum, een alliantie van conservatieve verenigingen, bedacht door Paul Weyrich en voorgezeten door Morton Blackwell. "De opbouw van een transnationaal Nieuw Rechts", legt Cowan uit, "gebeurde via organisaties die speciaal voor dit doel in het leven waren geroepen. (...) Het International Policy Forum (IPF) was zo'n organisatie, misschien wel het paradigmatische voorbeeld. (...) De IPF heeft relatief weinig academische aandacht gekregen" [22]. De eerste bijeenkomst werd in 1985 in Washington gehouden.
"Al meer dan twee eeuwen bouwen linkse intellectuelen en activisten aan hun internationale netwerken [terwijl] conservatieven zich totaal niet bewust waren van hun tegenhangers in andere landen", lezen we in een IPF-document [23]. De verwijzing naar "meer dan twee eeuwen" is interessant en toont aan dat de leden van de IPF niet uitsluitend anticommunistisch waren, maar een bredere visie hadden op het revolutionaire proces.
Internationale reizen
Het idee van een "conservatieve transnationale" was niet nieuw. In feite vormden de Verenigingen voor de Verdediging van Traditie, Familie en Privé-eigendom - TFP, thans aanwezig in twintig landen, reeds een soort ‘Internationale van de contrarevolutie’. Het was op voorstel van Plinio Corrêa de Oliveira en geïnspireerd door het voorbeeld van de TFP dat Paul Weyrich de IPF ontwierp en vervolgens de Braziliaanse leider uitnodigde om deel uit te maken van de Raad van Bestuur, de Board of Governors: "Weyrich heeft een nauwe en vruchtbare relatie opgebouwd met de Braziliaanse Vereniging voor de Verdediging van Familie, Traditie en Privé-eigendom (TFP), of beter gezegd, met het transnationale netwerk van TFP-verenigingen" [24]. In feite werd de leider van New Right bij veel van zijn internationale reizen om contact te leggen met conservatieve/traditionalistische realiteiten, vergezeld door leden van de TFP die "Weyrich introduceerden in het netwerk van lokale vrienden".
Samenwerkingsverbanden
Al deze inspanningen, aldus Cowan, "vormden de basis voor internationale coalities ter verdediging van het traditionele christendom"[25]. Cowan komt vaak terug op het idee van de "centraliteit van TFP": "TFP breidde zich geografisch uit en vestigde filialen in de hele Atlantische wereld. Belangrijker nog is dat de TFP betrekkingen onderhield met de meeste nieuw-rechtse en extremistische [sic] bewegingen en zichzelf in het middelpunt plaatste van pogingen om internationale samenwerkingsverbanden te creëren" [26].
Op deze manier kreeg gestalte wat Cowan een "nieuw transnationaal rechts" noemt. De professor uit Californië bevestigt: "Deze vertegenwoordigers van Braziliaans rechts waren pioniers in het creëren van netwerken van samenwerking met soortgelijke realiteiten in het Noorden, een samenwerking die de grondslagen legde voor de vorming van een Nieuw Transnationaal Rechts" [27].
‘Neoconservatieve kruistocht’
Vervolgens somt de auteur de basisideeën van dit Nieuw Rechts op: "Nostalgie naar het verleden, liever nog naar de middeleeuwen; bovennatuurlijke visie; anticommunisme; antimodernisme; moralisme; anti-oecumenisme; verdediging van hiërarchieën; verdediging van privé-eigendom en vrij initiatief" [28]. Volgens de auteur "was de TFP de belangrijkste actor in de ontwikkeling van deze neoconservatieve kruistocht op het continent en in de wereld".
Herstel christelijke beschaving
Het is belangrijk op te merken dat Cowan zelf toegeeft dat de TFP gedurende deze onderhandelingen altijd haar identiteit als ‘militante katholieken’ heeft gehandhaafd, nooit heeft toegegeven aan compromissen en nooit heeft verborgen dat haar doel de contrarevolutie was, dat wil zeggen het herstel van de christelijke beschaving in haar integriteit. Behalve deze pogingen om TFP te plaatsen binnen de nieuw-rechtse constellatie, beschrijft Cowan, zij het summier, de pogingen om aansluiting te vinden bij Europese traditionalistische werkelijkheden, zoals Alleanza Cattolica in Italië en Lecture et Tradition in Frankrijk.
Benjamin Cowan sluit af met het uitspreken van de hoop dat de rol van de TFP en van professor Plinio Corrêa de Oliveira bij de totstandkoming van de anti-progressieve reactie in de wereld door specialisten beter zal worden bestudeerd.
Deze bespreking is oorspronkelijk verschenen op de blog 'Duc in altum' van Aldo Maria Valli en is vertaald en licht aangepast voor Nederlandse lezers.
Voetnoten
[1] Benjamin A. Cowan, Moral Majorities across the Americas. Brazil, the United States and the Creation of the Religious Right, University of North Carolina Press, 2021, pp. 16-17.
[2] Ibid., pp. 17-19.
[3] Ibid., p. 18.
[4] Ibid., p. 25.
[5] Ibid., p. 25
[6] Ibid., p. 230.
[7] Ibid., p. 234.
[8] Ibid., p. 23.
[9] Ibid., p. 24.
[10] Ibid., p. 59.
[11] Ibid., p. 59.
[12] Ibid., p. 137.
[13] Ibid., p. 137.
[14] Hoffman, Ross J. S., and Paul Levak (Eds.). Burke’s Politics: Selected Writings and Speeches of Edmund Burke on Reform, Revolution, and War. Pp. xxxvii, 536. New York: Alfred A. Knopf, 1949.
[15] La letteratura sul Conservative Movement è vastissima. Un riassunto si trova in Modern Age, vol. 26, n° 3-4, 1982.
[16] Cfr. Patriottismo, combattività e appetenza del soprannaturale. Intervista a Paul Weyrich, Tradizione Famiglia Proprietà, marzo 2002. https://www.atfp.it/rivista-tf...
[17] In realtà, la New Right si collocava assai più a destra di Reagan, a cui rinfacciava di fare troppo poco.
[18] Benjamin A. Cowan, Moral Majorities across the Americas, p. 146.
[19] Enrique T. Rueda, The Homosexual Network. Private Lives and Public Policy, Devin Adair, 1986.
[20] Enrique T. Rueda, The Marxist Character of Liberation Theology, The Catholic Center, 1986.
[21] Benjamin A. Cowan, Moral Majorities across the Americas, p. 151.
[22] Ibid., p. 144.
[23] Ibid., p. 146.
[24] Ibid., p. 151.
[25] Ibid., p. 152.
[26] Ibid., p. 153.
[27] Ibid., p. 60.
[28] Ibid., pp. 154-155.
Laatst bijgewerkt: 23 november 2023 14:52