Wie regelmatig naar het weerbericht luistert krijgt dikwijls een bijna apocalyptisch beeld van het weer voorgesteld. Het ene weerrecord na het andere lijkt te sneuvelen. Toch blijkt uit cijfers van het IPCC dat het weer niet extremer wordt.
Waarom de media u probeert te overtuigen dat het weer extremer wordt
“Milieuexperts over extreem weer in Brazilië: ‘het is nu vijf voor twaalf’”. Door dit soort headlines van de NOS hebben veel Nederlanders het idee dat het weer steeds extremer wordt. Vanzelfsprekend wordt ‘klimaatverandering’ als de hoofdoorzaak van dit soort alarmerende, vaak dodelijke weerspatronen aangewezen. Dit terwijl uit cijfers van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering (IPCC) blijkt dat het weer niet extremer wordt. Hoe kan dat?
De rol van de media
Niemand klikt op een nieuwsbericht over een ‘miezerige doordeweekse donderdag in januari’. Dat is namelijk een alledaags verschijnsel. Vandaar dat dit soort nieuwsberichten ook niet worden geschreven. Alleen opvallend en extreem weer is nieuwswaardig. Aangezien veel Nederlanders meer naar schermen kijken dan naar de lucht, is het niet moeilijk om te zien hoe dit van invloed kan zijn. Bjorn Lomborg, een Deense hoogleraar die zich veel met de politieke en economische kant van klimaatactivisme bezighoudt, wijst er in zijn boek False Alarm op dat een eenzijdige belichting van ‘extreem weer’ grotendeels verantwoordelijk is voor het idee dat het weer steeds gevaarlijker wordt.
Lees ook: Maurice de Hond: zelfs PVV’ers overschatten stijging van de zeespiegel
Droogte
De beelden van een verdorde, gebarsten vlakte staan op het netvlies gebrand. Steeds meer plekken op de wereld worden geteisterd door extreme droogte. Volgens het IPCC is dat deels waar. Rond de Middellandse zee en in het westen van Afrika is er inderdaad sprake van meer droogte. Maar in Australië en Centraal-Amerika daarentegen is er juist een afname te zien. Ook het Amerikaanse National Climate Assessment (NCA) wijst erop dat droogte sinds 1950 minder wordt in de Verenigde Staten. Bovendien is er volgens de VN amper bewijs om deze toe- en afnames in droogte toe te schrijven aan klimaatverandering.
Overstromingen
Ook bij overstromingen gaat het hierboven besproken lokale principe op. Op sommige plaatsen worden deze erger, op andere plaatsen juist minder. In de Verenigde Staten is deze tendens goed zichtbaar, zo meldt het NCA. In gebieden rond de Mississippi vinden steeds meer overstromingen plaats, in de noordwestelijke staten juist minder. Hierbij is een hypothetische link met ‘klimaatverandering’ nog zwakker, aangezien andere, menselijke factoren, zoals waterschapsbeleid en irrigatie, een grote rol spelen.
(Bos)branden
Volgens Lomborg is het aantal branden wereldwijd “dramatisch afgenomen”. Een van de oorzaken hiervoor is dat we veel minder gebruik maken van open vuren vergeleken met anderhalve eeuw geleden. Als er dus vandaag de dag een grote brand ontstaat die hele hectaren bos of woonwijken in de as legt, wordt dat breed uitgemeten in de media. Niet alleen omdat het zo spectaculair is, maar ook – gelukkig – relatief zeldzaam. Lomborg verwijst in zijn boek naar meerdere onderzoeken die erop wijzen dat uit satellietbeelden is gebleken dat in de afgelopen achttien jaar de hoeveelheid land verwoest door brand met een kwart is afgenomen.
Verandering valt op
De term ‘klimaatverandering’ is in feite een pleonasme. Volgens het KNMI is het klimaat “het gemiddelde weer over een bepaalde periode”. Aangezien het weer altijd veranderlijk is, verandert naar verloop van tijd dus ook “het gemiddelde weer”, en dus het klimaat. Dingen die hetzelfde blijven, vallen niet op. Maar verandering – helemaal als het bedreigend is – grijpt onze aandacht. Aangezien we de laatste jaren steeds eerder van meer nieuws over de hele wereld op de hoogte zijn, is dus ook de hoeveelheid nieuwsberichten die we over extreem weer kunnen horen drastisch toegenomen.
Confirmation bias
Daarnaast wijst Lomborg erop dat hoe je als mens zelf denkt over ‘klimaatverandering’ enorm veel impact heeft op je interpretatie van ‘extreem’ weer. Zo kan deze zelfde kletsnatte maand juni door de een juist als ‘het zoveelste bewijs van klimaatverandering’ worden geïnterpreteerd, terwijl iemand die wat kritischer is op het klimaatnarratief zich veel nattere junimaanden herinnert. Deze laatste blijkt overigens gelijk te hebben; de Volkskrant meldde onlangs dat er tot nu toe sinds het begin van de metingen maar liefst 33 nattere juni’s waren dan die van 2024.
Lees ook: 10 klimaatvoorspellingen die nooit uitgekomen zijn
Klimaatnarratief
Maar sensationalisme is niet de enige verklaring voor het ongenuanceerde beeld dat veel media schetsen over zogenaamd ‘extreem weer’. Dergelijke eenzijdige berichtgeving is ook noodzakelijk om het apocalyptische klimaatnarratief in stand te houden. Immers, als iedereen de evenwichtige, wetenschappelijk verantwoorde waarheid over ons klimaat zou horen, zou de globalistische klimaatlobby haar macht verliezen. En dat is niet moeilijk voor te stellen. ‘Klimaatverandering’ is namelijk geen wereldwijde catastrofe maar meer een verzameling regionale problemen, die voor een groot deel ook niet door mensen worden veroorzaakt, laat staan op te lossen zijn. Indien linkse politici hier eerlijk over zouden zijn, vervalt ook iedere rechtvaardiging van hun wereldwijde ‘aanpak’ die noodzakelijkerwijs tot een verdere centralisatie van hun macht zou leiden.
Laatst bijgewerkt: 21 juni 2024 14:33