Donald Pols, directeur Milieudefensie en advocaat Roger Cox, in hun nopjes met het vonnis van 26 mei 2021 in de 'klimaatzaak 'tegen Shell. (Beeld: via Youtube)
Shell tegen Milieudefensie: rechtspraak of nóg meer klimaatjuristerij?
Drie dagen lang was het hoor en wederhoor in het hoger beroep van Shell tegen Milieudefensie, direct in de week na Pasen. De uitspraak zal even op zich laten wachten. Te meer omdat de milieuclub in zijn verweer op de valreep nog een extraatje toevoegde: het verzocht het gerechtshof een precisering te geven van de eerdere uitspraak, waartegen het beroep van Shell gericht was. Een zwaktebod, meent milieujurist Lucas Bergkamp.
Shell verantwoordelijk voor uitstoot klandizie
Ter herinnering: Milieudefensie heeft op 26 mei 2021 van de rechtbank Den Haag een omstreden vonnis weten los te krijgen dat de oliegigant zou dwingen zijn CO2-uitstoot voor 2030 met 45% te verminderen. Bovendien stelt het Shell verantwoordelijk voor alle uitstoot als gevolg van zijn producten, dus ook van de klandizie (95% van de CO2!). Het vonnis is omstreden omdat principieel – iets wat Shell uiteraard benadrukt – milieuregels niet in de rechtszaal, maar in het parlement gemaakt moeten worden. Dáár moet de maatschappelijke belangenafweging plaatsvinden. Dat is niet aan rechters, die daar ook niet voor zijn toegerust.
Rechter doorkruist democratisch klimaatbeleid
Een sterk argument van Shell hierbij is het gegeven dat het parlement sinds het vonnis al enkele malen het afdwingen van CO2-reductie heeft verworpen. “Een duidelijker aanwijzing dat een door de rechter opgelegde reductieverplichting het Nederlands klimaatbeleid doorkruist, is moeilijk denkbaar”, aldus Shell. Het bedrijf wijst er ook op dat het er niet voor kan zorgen dat de klandizie minder CO2 uitstoot, zoals het vonnis eist. Zelfs als Shell dat wel kon, zouden de concurrenten direct in het gat springen.
Shell: desnoods in cassatie
Kortom, de rechtbank Den Haag is, aldus de advocaten van Shell, “zijn rechtsvormende taak te buiten” gegaan. Zij heeft onder dreiging van een vermeend naderende klimaatramp een “verkeerde afslag” genomen, die in hoger beroep zal moeten worden gecorrigeerd. Mocht het gerechtshof dat nalaten, dan zal Shell, zo kondigt het aan, zeker tegen het vonnis in cassatie gaan bij de Hoge Raad. Daar staat de uitkomst al evenmin vast, omdat eerder gebleken is hoezeer ook de Hoge Raad onder invloed van klimaatideologen staat,
Het blijft niet bij Shell
Daar komt nog bij dat als het vonnis in stand blijft, Milieudefensie het niet bij Shell zal laten. De advocaten van Shell lieten de drie raadsheren een poster van Milieudefensie zien met daarop twee vakjes met een vinkje, met respectievelijk Shell en ING. Bij het derde, open vakje staat ‘Uw bedrijfsnaam hier?” In feite grenst de poster aan chantage, vanwege het verhulde dreigement dat Milieudefensie een bedrijf kan ruïneren, en daarbij de rechter in haar zak heeft. Juridisch verweer zou dan nauwelijks nog zin hebben.
Demonisering olie-industrie
Het verweer namens Miliedefensie werd gevoerd door advocaat Roger Cox, bekend vanwege zijn boek Revolutie met recht. De titel moet letterlijk genomen worden. Cox wil het recht inzetten als wapen om het klimaatsocialisme af te dwingen. Daarbij hoort de demonisering van de olie-industrie, apocalyptische onheilsprediking, maar ook de verkondiging van het heil: de wijze rechter, tevens reddende engel, die de “gevaarzetting” van klimaatverandering door de ‘fossiele’ industrie en het gebrek aan “zorgplicht” van overheden kan corrigeren. Of, zoals Cox in zijn boek schrijft, de rechter moet de “democratie onder curatele” stellen. Een machtsgreep dus, in dienst van de klimaatactivisten.
Urgenda als jurisprudentie
De rechter is immers de “noodknop” en het “laatste bastion”. Hij moet Shell dwingen zich als een “goed huisvader” te gedragen, aldus Cox, hiervoor even terugvallend op contrarevolutionaire beeldspraak. Hij verwees ook naar het andere, al even omstreden klimaatvonnis van Urgenda, de klimaatzaak tegen de Nederlandse Staat in 2019. Daar is bepaald dat niemand zijn verantwoordelijkheid kan ontlopen door te verwijzen naar de uitstoot van anderen. Elke vermindering zou tellen. In feite wordt de klimaatjuristerij beheerst door het opdringen van een ‘nood breekt wet’ gedachte.
‘Milieudefensie beseft eigen zwakte’
Tenslotte de precisering van het oorspronkelijke vonnis waar Milieudefensie om vraagt. Daarmee wil het voorkomen dat, als Shell bedrijfsonderdelen afstoot, die niet meer zouden meetellen voor de milieueis. In feite houdt deze precisering onteigening in, commentarieert milieujurist Lucas Bergkamp op X. Hij ziet er een zwaktebod in: “Milieudefensie begrijpt eindelijk dat hun vordering tot niets kan leiden.” En, “door die onteigeningsprecisering te verzoeken geeft Milieudefensie expliciet toe dat haar vordering niet deugt en ineffectief zal zijn.”
Laatst bijgewerkt: 9 april 2024 11:37