Onderwijsminister Mariëlle Paul geeft toe dat de 'seksuele voorlichting' op scholen als doel heeft het normaliseren van homoseksualiteit.
Minister antwoordt onbevredigend op VVD-Kamervragen die aandringen ons te verbieden
“Bent u bereid een verbod in Nederland ook te onderzoeken?” vroegen VVD-Kamerleden Bente Becker en Daan de Kort in maart aan minister Mariëlle Paul. Civitas Christiana moest maar eens verbannen worden, vonden de parlementariërs, vanwege kritiek op de Week van de Lentekriebels. Nu geeft de minister antwoord en doet daarbij ongefundeerde beschuldigingen van ‘nepnieuws’.
Week van de Lentekriebels
Onderwijsminister Paul (VVD) noemt het “onwenselijk” dat het lesmateriaal voor de Week van de Lentekriebels door ons wordt betiteld als “immoreel”. Ook keurt de minister af dat wij scholen oproepen om het Rutgers-materiaal niet te gebruiken en “ten onrechte de indruk wekt” dat dit de kinderen seksualiseert. De VVD-minister stelt zich hiermee achter het controversiële lesmateriaal, dat echter naarmate het bekender wordt, steeds bredere weerstand bij ouders en het Nederlandse publiek oproept.
Groeiende seksuele indoctrinatie
De minister richt haar pijlen op Civitas Christiana, de moederstichting van campagnes als Cultuur onder Vuur, Gezin in Gevaar en Stirezo Pro Life. Een gedeeld actiepunt van deze campagnes is de groeiende seksuele indoctrinatie op scholen. Op basis van lesmateriaal constateren we dat de Week van de Lentekriebels homoseksualiteit maar ook abortus en transgenderisme normaliseert.
Lees ook: Week van de Lentekriebels zet 8-jarige kinderen aan tot zelfbevrediging
'Lijnrecht tegen doelen in'
“De stichting suggereert daarmee dat homoseksualiteit niet normaal is”, aldus de minister en dat “gaat lijnrecht in tegen de doelen die burgerschapsopdracht heeft”.
Minister bevestigt dat Lentekriebels lhbt-indoctrinatie beoogt
Dit is nogal wat. Minister Paul erkent hier dat het Rutgers-materiaal bedoeld is om homoseksualiteit bij schoolkinderen te normaliseren. Zij bevestigt dus wat wij bij de Week van de Lentekriebels aan de orde stellen: dat het gericht is op lhbt-indoctrinatie. En Civitas Christiana zegt niet alleen – in overeenstemming met Gods geboden en de natuurwet die van alle tijden en landen is – dat homoseksualiteit “niet normaal” is. Iets wat zeker niet genormaliseerd moet worden bij kleuters.
Christelijk spreken over seksualiteit wordt verbannen van scholen
Besef terdege wat hier gebeurt. De christelijke opvatting van (homo)seksualiteit wordt verbannen uit het onderwijs. Het wordt strijdig verklaard met leerdoelen. Dit is een ongekende inbreuk op de vrijheid van christenen om hun geloof te belijden. Het masker van tolerantie en vrijheid valt definitief af en het gelaat van het links-liberale antichristendom is zichtbaar in zijn volle lelijkheid.
Alleen binnen regenbooglijntjes kleuren
Deze inbreuk op de godsdienstvrijheid wordt niet eens opgemerkt door het Reformatorisch Dagblad, dat over de ministeriële antwoorden schrijft. Terwijl de minister met haar verplichting van het normaliseren van homoseksualiteit, feitelijk een streep zet door het reformatorisch onderwijs. Dat mag in het vervolg alleen binnen de lijntjes van de regenboog kleuren.
Grondrechten in geding
De seksuele indoctrinatie die de minister – uiteraard zonder het zo te noemen – nu in feite heeft toegegeven, zelfs als uitdrukkelijk doel, gaat recht in tegen de grondrechten van ouders, tegen de onderwijsvrijheid en godsdienstvrijheid, en voor zover ouders en Civitas Christiana tegengewerkt worden zich daar tegen uit te spreken, tegen de vrijheid van meningsuiting.
Scholen mogen niet anders denken
Het is nogal huichelachtig om dan te benadrukken dat het in zee gaan met Rutgers en het meewerken van scholen met de Week van de Lentekriebels “vrijwillig” zou zijn, zoals de minister benadrukt, als ze anderzijds beklemtoont dat het niet de bedoeling is dat scholen – in wie de regering volgens de beslisnota een “rotsvast vertrouwen” heeft – hierover andere opvattingen hebben of ontwikkelen dan alleen die van het door de staat zo opzichtig naar voren geschoven Rutgers.
Lees ook: Washington Times: ‘Rutgers motor achter WHO-seksualisering van schoolkinderen’
Loze beschuldiging van fakenews
De minister beschuldigt ons actiemateriaal ervan geen “context en feitelijkheden” en daarmee “onjuiste en onvolledige informatie” te bevatten wat “onacceptabel” zou zijn. Paul noemt het zelfs “fakenews”. Als onze beweringen ‘nep’ zouden zijn, waarom verwijderde Rutgers dan in allerijl boeken van de Lentekriebels-lijst nadat wij erover publiceerden?
Bewijs ontbreekt
De minister houdt het bij deze vage en stemming makende insinuatie, maar levert geen enkele concreet voorbeeld voor haar kritiek. Blijkbaar is het blote feit dat Civitas Christiana het waagt om het materiaal van het overheidsgesubsidieerde Rutgers aan de kaak te stellen, op zichzelf al “onacceptabel”, wat al weer een onverdraagzaam stapje verder is dan het eerdere “onwenselijk."
Minister gaat rode lijn over
Maar is het niet veeleer onwenselijk én onacceptabel dat een minister het handelen wegzet van een maatschappelijke organisaties als de onze, die handelt binnen de grenzen van de wet? Burgers mogen toch kritiek uiten op sommige uitvloeisels van het regeringsbeleid? Is het niet veeleer de minister zelf die hier de rode lijnen van de behoorlijkheid in een democratische rechtsstaat overschrijdt?
Bente Becker en Daan de Kort
Haar onverdraagzame vooringenomenheid spiegelt die van de vragenstellers, de VVD-partijgenoten Bente Becker en Daan de Kort . Zij noemen Civitas Christiana een “belangengroep” die een “intimiderend effect” zou hebben vanwege “een dwingende ideologische agenda”, alsof niet precies het omgekeerde het geval is: alsof het niet Rutgers is die, gesteund door deze regering, de lhbt-agenda ongevraagd over schoolkinderen uitrolt.
Leraren durven zich niet uit te spreken
Precies daartegen keert zich het protest van Gezin in Gevaar, gesteund door vele ouders en leerkrachten – zie de affaire Benny Elwuar – van wie echter de meesten zich uit angst voor repercussies al niet meer openlijk durven uitspreken – maar wel tegen Civitas Christiana.
Kritiek op curriculum moet mogen
Flatterend is de aanduiding van Civitas Christiana door de Kamerleden als een organisatie “die op grote schaal” bezig is “het curriculum te beïnvloeden”. De vraag dringt zich op: als dat al zo zou zijn, wat is daar dan mis mee? Als het curriculum niet deugt, dan is het toch normaal of zelfs de plicht van media of maatschappelijke organisaties om dat aan de kaak stellen? Dat is dan toch hun goed recht en een actie in het algemeen belang?
'Liberale' Kamerleden
Het feit dat twee ‘liberale’ Kamerleden en een minister, of desnoods een heel kabinet, daar een andere mening over hebben, verandert daar niets aan. Of beter gezegd: dat zou in een functionerende democratie niet zo moeten zijn.
Stemmingmakerij met verdachtmakingen
Hoezeer de twee ‘liberale’ Kamerleden uit zijn op het muilkorven van andere, hun onwelgevallige meningen komt onomwonden naar voren in hun laatste vragen. Zo vragen zij de minister wat zij van Civitas Christiana weet, en of de ‘Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS)' van het ministerie van Sociale Zaken wel een waakzaam oogje op ons houdt. Dit komt neer op de verdachtmaking dat Civitas Christiana zich met ondermijnende activiteiten zouden bezighouden. Stemmingmakerij, waar de minister kritiekloos in mee gaat.
Onverdraagzaam eentweetje
Want wat antwoordt de minister? Het is haar bekend, zegt ze, dat Civitas Christiana “pleit voor het behoud van christelijke tradities in de maatschappij”. Dat klopt, maar waarschijnlijk vond de minister dat wat te onschuldig klinken, want ze voegt eraan toe: “Zij geven daar hun eigen invulling en interpretatie aan.” Allicht is dat zo, maar de insinuerende ondertoon valt niet te ontkennen. Het is allemaal behoorlijk onzuiver wat de minister hier laat zien, daartoe aangezet door Kamerleden van haar eigen partij, met wie ze in feite een onverdraagzaam eentweetje speelt.
Lees ook: Het woke-offensief tegen het Nederlandse onderwijs
Lelijke aap uit de mouw
Helemaal op het eind van de vragen komt de aap pas helemaal uit de mouw. Een bijzonder lelijke aap: de VVD-Kamerleden zouden graag zien dat de kritiek van Civitas Christiana op de Week van de Lentekriebels geheel en al de mond gesnoerd wordt. Ze doen dat door te wijzen op de Franse organisatie Civitas, waarvan de naam deels overeenkomt met die van Civitas Christiana, maar die niets met elkaar te maken hebben: niet historisch, ook niet zijdelings, gewoon helemaal niets.
Minister laat misverstand bestaan
In plaats van dit misverstand te ontzenuwen (het Algemeen Dagblad zelf, dat het in omloop bracht, heeft het netjes gerectificeerd), laat de minister het in stand. Ja, een vereniging met een gelijkende naam in Frankrijk is verboden, maar in hoeverre die wat met Civitas Christiana te maken heeft, is de minister “niet bekend”. Dus misschien is het wel zo, suggereert de minister, ze is er alleen niet toe gekomen dat uit te zoeken. Zo hou je laster die je goed uitkomt, in stand, zelfs in een regeringsdocument.
Laatst bijgewerkt: 3 mei 2024 09:54