
Den Haag doet alsof de miljarden uit de lucht komen vallen. Er is weinig besef dat geld uit de private sector komt.
We zijn vergeten hoe het geld wordt verdiend
De overheid groeit, de waardering voor ondernemers krimpt. Dat bedreigt onze welvaart. Den Haag, stop met denken in wetten en regels en laat werken lonen.
Dreigend faillissement
Als lobbyist voor ondernemers en familiebedrijven spreek ik dagelijks mensen die met hard werken banen scheppen, belasting betalen en innovatie mogelijk maken. Zij maken zich zorgen. Niet alleen om hun eigen bedrijf, maar om het land als geheel. Want als ondernemers hun bedrijf runnen zoals de overheid haar organisatie, zijn ze binnen een jaar failliet. Ondernemers en politiek hebben elkaar nodig, maar vandaag de dag lijkt het alsof ze tegenover elkaar staan in plaats van naast elkaar. Politiek en bureaucratie groeien, terwijl de waardering voor ondernemers krimpt. Dat is niet alleen een probleem voor de ondernemer, dat is een probleem voor de hele maatschappij. Zonder ondernemers geen banen, geen belastinginkomsten, geen groei.
Vooral veel bureaucratie
Nederland telt zo’n 550.000 ambtenaren in strikte zin – dat zijn de mensen die werken bij bijvoorbeeld het Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen en politie. Tel je zorg en onderwijs mee, dan werken er meer dan 3 miljoen mensen in de collectieve sector. Dat is bijna eenderde van alle werkenden. Een overheid is nodig, maar de groei zit te vaak in bureaucratie en management. In de zorg werkt inmiddels één op de zes medewerkers in een niet-zorgfunctie. Volgens de Algemene Rekenkamer besteden leraren gemiddeld ruim 30 procent van hun tijd aan administratie. Politieagenten vullen zowat meer uren in computersystemen dan dat ze zichtbaar zijn op straat.
Meer geld is niet de oplossing
De reflex van Den Haag is voorspelbaar: elke crisis is een kans voor nóg een taskforce, nóg een toezichthouder, nóg een loket. Meer geld beschikbaar stellen zonder de nodige hervormingen betekent dat het verdwijnt in bureaucratie en managementlagen. De kwaliteit van de overheidsdiensten verbetert er niet door. De oplossing is simpeler dan beleidsnota’s doen vermoeden: laat de leraar lesgeven, de verpleegkundige de patiënt behandelen en de agent de burger beschermen. Saneren, reorganiseren, schaal verkleinen. En durf af te rekenen op prestaties. Pas dan krijgen burgers weer waar voor hun belastinggeld.
Het vangnet als hangmat
Naast de uitdijende overheid parkeert Nederland steeds meer mensen in een uitkering. Eind juni 2025 zaten er ruim 410.000 Nederlanders in de bijstand. Begin 2025 waren er bijna 190.000 WW-uitkeringen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het UWV. Dat zijn hoge aantallen in een land dat nog nooit zo welvarend en gezond was. Een vangnet is noodzakelijk, maar in de praktijk werkt het vaak als een hangmat. Volgens berekeningen moet iemand soms 140 procent van het minimumloon verdienen om er netto op vooruit te gaan. Dat ontmoedigt de stap naar werk en houdt mensen vast in afhankelijkheid.
Verantwoordelijkheidszin is de sleutel
Daarmee doen we mensen ook tekort. Zoals Pim Fortuyn al zei: elke maand dat je geld bij het loket haalt, lever je ongemerkt een stukje van je ziel in. Mensen ontlenen juist vreugde aan eigen verantwoordelijkheid, aan ondernemen en aan zelf iets opbouwen. Laten we daarom niet alleen denken in wetten en regels, maar mensen ook aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Niet met harde woorden of straf, maar met eerlijkheid: jouw talent en inzet doen ertoe, voor jezelf en voor de samenleving. Tegelijk is er echte armoede: kinderen die zonder ontbijt naar school gaan, gezinnen die in de winter de verwarming niet aan durven zetten. Daar moet onze solidariteit zich op richten, niet op een systeem dat grote groepen structureel passief houdt, terwijl de arbeidsmarkt schreeuwt om personeel.
De deeltijdcultuur
Daarbovenop komt de typisch Nederlandse deeltijdcultuur. We hebben weliswaar een hoge participatiegraad, maar nergens in de EU werken zoveel vrouwen én mannen in deeltijd. Dat is een vrije keuze, maar de financiële prikkel om meer te werken is zwak. Wie van 32 naar 40 uur gaat, houdt netto vaak een fractie van de extra uren over. De marginale belastingdruk en ingewikkelde toeslagen straffen inzet af. Stel je voor dat we gemiddeld 40 uur zouden werken: de capaciteit van ons land zou in één klap enorm toenemen. Meer productie, meer belastinginkomsten, minder tekorten in zorg, onderwijs en politie. Maar zolang extra uren niet lonen, blijft de prikkel om de schouders eronder te zetten te zwak. Het is tijd om dat om te draaien: wie meer werkt, moet daar meer aan overhouden. Niet met toeslagen of subsidies, maar met een belastingstelsel dat werk lonend maakt.
Lees ook: Maartje (33): 'Ik wil meer werken, maar raak dan toeslagen kwijt'
Weinig waardering voor ondernemers
En dan zijn er de ondernemers. Die staan zelden op de eerste rij als er complimenten worden uitgedeeld. Politici bedanken liever ‘de zorg’, ‘het onderwijs’ of ‘de publieke sector’. Natuurlijk, die erkenning is terecht. Maar wie bedankt de ondernemer die risico neemt, een bedrijf bouwt, mensen in dienst neemt en belasting betaalt? Onze economische groei en welvaart danken we aan ondernemers en werknemers, niet aan politieke genialiteit. Zonder bedrijven geen banen, geen innovatie, geen belastingopbrengsten om de publieke sector mee te financieren. Toch is de ondernemer steeds vaker de zondebok. Hij of zij zou ‘te rijk’ zijn, ‘te weinig bijdragen’ of ‘meer kunnen afdragen’.
Erfbelasting breekt familiebedrijven
CBS-cijfers laten zien dat familiebedrijven goed zijn voor bijna de helft van de private werkgelegenheid en een groot deel van onze export. Zij zijn vaak de stabiele werkgevers die niet verdwijnen zodra de conjunctuur tegenzit. Maar juist zij worden nu geraakt door hogere erfbelasting, strengere regels en een onvoorspelbaar fiscaal klimaat. Een familiebedrijf dat generaties lang is opgebouwd, wordt bij een opvolging soms zwaarder belast dan een multinational die de winsten wegsluist. Dat is scheef.
Lees ook: Erfbelasting: onrechtvaardig, onpraktisch en onhoudbaar
Ondernemers wijken uit
Als we ondernemers wegjagen met hogere belastingen en een anti-ondernemersklimaat, ondermijnen we de bron van onze welvaart. Familiebedrijven en ondernemers vertrekken. Start-ups wijken uit naar landen waar het ondernemersklimaat gunstiger is. En in de politiek neemt de onjuiste retoriek toe dat de kloof tussen arm en rijk groter zou worden. Zonder ondernemers geen welvaart. Wie hen niet waardeert, zaagt aan de poten van de samenleving. Ook omdat Nederland snel vergrijst. Elke maand gaan tienduizenden Nederlanders met pensioen, en werkenden moeten hun AOW opbrengen.
Tijd voor keuzes
Het echte probleem van Nederland bestaat niet uit ongelijkheid, maar uit scheefgroei in verantwoordelijkheid. Te veel mensen in regelingen waarin ze nauwelijks worden aangesproken op hun bijdrage. Professionals die worden overspoeld door regels van bureaucraten. Ondernemers die worden gewantrouwd, terwijl zij banen en belastingopbrengsten genereren. De remedie is eenvoudiger dan Den Haag denkt:
- Schrap bureaucratie en managementlagen. Vertrouw de professional in zorg, onderwijs en politie.
- Haal de armoedeval weg. Werken moet altijd lonen boven een uitkering.
- Beloon extra uren werken. Maak meer werken fiscaal aantrekkelijk.
- Waardeer ondernemers. Niet als melkkoe, maar als motor van onze gezamenlijke welvaart.
Dweilen met de kraan open
De verkiezingsprogramma’s buitelen inmiddels over elkaar heen met beloftes van miljarden extra voor zorg en onderwijs. Maar méér geld zonder hervorming is dweilen met de kraan open. De rekensom klopt niet meer – tenzij we durven kiezen voor minder bureaucratie, meer arbeidsparticipatie en een beter ondernemersklimaat.
Stefan Tax is lobbyist voor familiebedrijven en partner bij Meines Holla & Partners. Dit artikel verscheen eerder bij EW en is met toestemming van de auteur overgenomen.
Laatst bijgewerkt: 15 oktober 2025 06:16