Een Gasthof, voorbeeld van traditionele gastvrijheid
De traditionele vs. de moderne gastvrijheid
Gastvrijheid is zo oud als de mensheid zelf. Sinds de mens over de aarde begon te reizen, heeft hij een plaats nodig gehad om te verblijven. Herbergiers komen voor in alle culturen over de hele wereld, en ze worden meerdere malen in de Heilige Schrift genoemd. Kloosters en abdijen in alle christelijke landen beschouwden gastvrijheid als een heilige plicht. Een heel aantal gastenbroeders en poortwachters van kloosters werd zelfs heilig verklaard.
Menselijke warmte en gastvrijheid
Geïnspireerd door het kloosterlijke voorbeeld was het houden van een herberg tot in de twintigste eeuw een zeer persoonlijke aangelegenheid. Een herberg was vaak niet veel meer dan een familie die een deel van haar huis openstelde voor reizende vreemdelingen. De vrouw en de dochters van de eigenaar kookten eenvoudige maar stevige maaltijden voor hun gasten. Zijn zonen dienden het eten en drinken op, zorgden voor de paarden of ezels in de stallen en verrichtten andere hand- en spandiensten. De herberg beschikte misschien niet over de nieuwste technologie of het mooiste servies, maar de gasten voelden zich echt bediend en gastvrij ontvangen met warmte en naastenliefde. Portretten en andere charmante herinneringen aan de familiegeschiedenis sierden vaak het interieur van een herberg. Het huis kon gebouwd zijn door een vereerde voorouder, met de persoonlijke stijl en smaak van de familie overal zichtbaar. Misschien hing er een jachttrofee boven de open haard. De familieleden waren waarschijnlijk onder dit dak geboren en zouden er vrijwel zeker onder sterven.
Gastvrijheid verlenen als werkelijke ontmoeting
Vandaar de allure van de traditionele, door een familie gerunde herberg. Een voorbeeld daarvan is de Sandhof Inn in het Oostenrijkse Tirol, ooit eigendom van de familie van Andreas Hofer, de beroemde Oostenrijkse nationale held die tegen Napoleon vocht. Te oordelen naar het ontwerp en de inrichting weerspiegelt de Sandhof werkelijk de alpiene persoonlijkheid van het Oostenrijkse volk en van de familie Hofer, waaraan het zijn faam dankt. Alles, van de bloemen in het raam en de tuin tot aan het houten dak en het portret van Andreas Hofer zelf dat aan de buitenmuur hangt, suggereert een pretentieloze menselijke trek die zo aantrekkelijk is voor veel moderne reizigers. Het is een glimp van een tijd waarin een verblijf in een herberg niet, zoals vandaag, een louter zakelijke transactie was tussen een "consument" en een onpersoonlijk, multinationaal hotelconglomeraat. Het was eerder een gelegenheid om deel te nemen aan een interactie van mens tot mens, voor een familie om een vermoeide reiziger regionale lekkernijen te serveren zoals plaatselijke kaas, de traditionele ham of worst van de familie of hun wijn - allemaal nergens anders te vinden - of zelfs een gelegenheid om onderweg een nieuwe vriend te maken.
Het contrast met een 6-sterren hotel
Hoe anders is de moderne hotelervaring, zoals in het Burj Al Arab Hotel in Dubai. Het Burj Al Arab Hotel heeft zeker veel meer gekost om te bouwen dan het Sandhof. Aangezien geld de hoogste waarde van de moderne samenleving is (en bijzonder belangrijk is in de cultuur van Dubai), was het voor de bouwers belangrijk dat de materiële rijkdom van het hotel zo dominant en opvallend mogelijk zou zijn. Zoals de meeste moderne gebouwen was de binnen- en buitenconstructie bedoeld om de bezoekers te verrassen en te imponeren met zijn excentrieke vormen, kleuren en materialen. Net als een modern kunstwerk drukt het extravagante ontwerp een esoterische betekenis uit die misschien door de ontwerper zelf wordt begrepen, maar zeker niet door de gewone toeschouwer.
Parallel met overbluffende Sovjet-architectuur
Hoewel het Burj Al Arab Hotel de belichaming is van de rijke "jet-set" van de eenentwintigste eeuw, heeft het ontwerp een radicaal materialisme gemeen met de socialistische ideologie van de twintigste eeuw. De enorme afmetingen verklaren trots de suprematie van materie over geest, vergelijkbaar met een communistisch "Paleis van de Sovjets" gebouwd door Stalin in Moskou of Warschau. Dit effect, in combinatie met de bijna totalitaire extravagantie van de fysica-tartende vorm, inspireert niet tot diepe bespiegelingen zoals het immense nabijgelegen woestijnzand of de schilderachtige kamelen die rusten bij een oase. Het hotel herinnert de gasten eerder aan hun onbeduidendheid tegenover de zogenaamd almachtige dollar (of de "dirham", in dit geval) en herinnert hen aan hun plicht om er voor te buigen, net als ieder andere, minder gefortuneerde sterveling.
Voorgeprogrammeerde gastvrijheid vs. een echte ontmoeting
Het onontkoombare is dat dit hotel een heel andere geest van gastvrijheid uitstraalt dan een herberg zoals het Sandhof. De hoogbetaalde werknemers van dit hotel zijn zeker geïnstrueerd om een tandpasta-glimlach op te zetten en de gasten te begroeten met een voorgeprogrammeerd welkom. Maar de kunstmatige glimlach en de uit het hoofd geleerde begroeting schieten altijd te kort in vergelijking met de oprechte persoonlijke band die je in een traditionele, door een familie gerunde herberg aantreft. Een gast kan zich tevreden voelen met het feit dat hij in een van de rijkste hotels ter wereld verblijft, maar hij zal nooit ontkomen aan het idee dat zijn geld de enige reden is voor de VIP-behandeling die hij krijgt.
Geen echte gastvrijheid
Kortom, het Burj Al Arab Hotel biedt geen echte gastvrijheid met zijn koude, onpersoonlijke en materialistische sociale uitwisselingen. Het hotel is een trofee die op de "bucket list" van een jet-setter kan worden afgevinkt. Traditionele, gezellige herbergen zoals de Sandhof daarentegen bieden de mogelijkheid om een persoonlijke ontmoeting te krijgen met een echte familie met een echte geschiedenis, iets waarvan wij als samenleving nu pas ontdekken dat het belangrijk is.
Dit artikel verscheen eerder op tfp.org
Laatst bijgewerkt: 30 maart 2024 16:33