Bron hoofdfoto: Pixabay
Hoe Nederlandse slavernij-excuses de cultuurmarxisten in de kaarten spelen
De excuses namens het kabinet voor het Nederlandse slavernijverleden gaan er nu officieel komen. Wie denkt dat hiermee de kous af is, moet zich voorbereiden op een vervelende verrassing die je van mijlenver kan zien aankomen: herstelbetalingen. Voor Mitchell Esajas en consorten is dit slechts een van de vele – maar cruciale - stappen in hun revolutionaire, neomarxistische agenda.
Nederlandse excuses
Op 3 november heeft het kabinet bekendgemaakt officieel namens de Nederlandse regering zijn excuses te zullen aanbieden voor het slavernijverleden. Naar verwachting zal hiervoor het jaar 2023 worden aangegrepen omdat het dan precies 150 jaar geleden is dat de laatste slaven werden bevrijd. Nog niet zo lang geleden was slavernij nog een tamelijk onderbelicht deel van onze vaderlandse geschiedenis. Tegenwoordig daarentegen, beschouwt de politiek-correcte goegemeente deze periode als een collectieve erfzonde waarvoor de zweep over de eigen rug moet worden gehaald.
Lees ook: Waarom Keti Koti géén nationale feestdag moet worden in Nederland
Het Nederlandse slavernijverleden
In het hedendaagse, eenzijdige discours ligt de nadruk vrijwel uitsluitend op het ‘slavernij’-deel van het woord slavernijverleden. Dat hier terecht aandacht aan wordt besteed staat buiten kijf. Echter, hierdoor ontstaat de indruk dat het hier zou gaan om een volstrekt uniek fenomeen in de wereldgeschiedenis. Dit is allerminst het geval. Slavernij was universeel en vanzelfsprekend. Of het nu Afrikanen waren, Indianen, andere Europeanen of de grootste uitbuiters; de Arabieren, alle volkeren hebben zich schuldig gemaakt aan deze mensonterende praktijken. Wat Nederland en andere Europese landen uniek maakt is dat zij dit in de 19e eeuw hebben afgeschaft op humane grond, niet vanuit economisch belang – in tegendeel.
Van standbeeld tot schandpaal
Waar komt nu toch die culturele zelfhaat bij sommige Nederlanders vandaan? In veel oude culturen, waaronder de Romeinse, werden de voorouders als goden vereerd. Na de kerstening van Europa is dit bijgeschaafd tot een gezonde vorm van vaderlandsliefde. Men keek op naar de nationale en lokale helden uit het verleden die ons heden hebben gevormd. Door het evolutionistische denken is hier een kentering in gekomen. Niet langer staan deze helden – letterlijk – op een voetstuk, maar zijn tot objecten van schaamte geworden. Dit geldt ook voor de Gouden Eeuw en de bijkomende grauwe kanten. Omdat je identiteit niet los te koppelen is van je geschiedenis, identificeren veel Nederlanders zich daardoor rechtstreeks met het slavernijverleden.
Schaamte als wapen
Deze schaamte wordt tegenwoordig verder aangewakkerd door ‘antiracisten’ zoals Mitchell Esajas en anderen. Door zichzelf op te stellen als slachtoffer van institutioneel racisme, spreekt hij veel Nederlanders aan op hun geweten. Ze zijn zich gaan schamen voor hun verleden, en dus ook voor zichzelf. Ironisch genoeg is deze schaamte dan ook het sterkste bewijs dat het Nederlandse volk niet racistisch is. Zou een racistisch volk zich immers wat aantrekken van professionele ‘slachtoffers’ als Esajas? Hij en zijn consorten parasiteren op deze schaamte om hun revolutionaire, anti-Nederlandse agenda door te voeren.
Geen racisme, maar marxisme
Dat het de ‘antiracisten’ niet om goede rassenverhoudingen gaat maar om revolutie blijkt wel uit de selectiviteit van hun activisme. Nederland, samen met andere Westerse landen, zijn erg kritisch op hun eigen slavernijverleden. Dit is in grote tegenstelling met landen als India, de Islamitische wereld en veel Afrikaanse landen die geen slavernijverleden hebben omdat het nog niet eens is afgeschaft! Waarom hebben deze revolutionaire ‘antiracisten’ hun vizier gericht op Nederland? Een land dat iedere maand weer duizenden Afrikanen opvangt, nota bene tegen landsbelang in? De vraag stellen is hem beantwoorden. Esajas en andere marxisten maken misbruik van onze zelfkritische houding ten opzichte van onze eigen geschiedenis om onze nationale identiteit af te breken. Het is veelzeggend dat deze politiek-correcte racisme-roepers onze standbeelden willen afbreken.
Lees ook: De ideologie van Black Lives Matter: niet ras, maar revolutie
Excuses opstapje naar herstelbetalingen
De Nederlandse regering heeft al eerder berouw uitgesproken over de mensonterende praktijken tijdens de Nederlandse slavenhandel. Straks hebben de revolutionaire marxisten met het maken van officiële excuses vrij spel om radicale hervormingen door te voeren. Immers, door excuses aan te bieden, erken je als land schuld en daarnaast de verantwoordelijkheid om iets recht te zetten. Dit ‘recht zetten’ van de ‘scheefgegroeide’ verhoudingen is simpelweg marxistisch jargon voor sociale herverdeling. Wie denkt dat de praktische onuitvoerbaarheid van dergelijke herstelbetalingen de implementering ervan in de weg ligt is klaarblijkelijk vergeten dat deze activisten en hun groeiende achterban in een realiteit-vrije utopie leven.
Marxistisch verdienmodel
Het moge duidelijk zijn dat voor de ‘antiracisten’ rechtvaardigheid slechts een bijzaak is. Hoewel de herstelbetalingen nog in de toekomst liggen, past het ook simpelweg in het marxistische verdienmodel. Het activisme van Esajas en anderen wordt namelijk ruimschoots gesubsidieerd. Zij profiteren dus ondankbaar van het zwoegwerk van de Nederlandse belastingbetaler die zij met hun revolutie trachten te ondermijnen.
Laatst bijgewerkt: 9 november 2022 15:34