George Soros en Alexander Doegin: twee kanten van dezelfde medaille?
In welke zin kunnen George Soros en Alexander Doegin worden gedefinieerd als twee zijden van één en dezelfde munt?
Karl Popper en de “open samenleving”
In 1945 publiceerde de Oostenrijkse wetenschapsfilosoof Karl Popper (1902-1994) een lijvig werk in twee delen, getiteld The Open Society and Its Enemies (Routledge, Londen, 1945). In dit werk stelde Popper dat totalitaire ideologieën als het communisme en het nazisme een gemeenschappelijk element hebben: beweren dat zij de absolute waarheid bezitten. De Oostenrijkse filosoof stelde totalitaire samenlevingen tegenover een model van sociaal-democratische organisatie dat hij een "open samenleving" noemde, omdat het zich verzet tegen elke culturele of morele ‘grens’. Popper schreef dit werk in Nieuw-Zeeland, waar hij na de opkomst van het nazisme naartoe was geëmigreerd vanwege zijn Joodse afkomst. Vervolgens verhuisde de filosoof naar Engeland, waar hij doceerde aan de prestigieuze London School of Economics en het Britse staatsburgerschap verkreeg.
Soros viel Britse pond aan
In 1947 verliet George Soros, geboren in Boedapest in 1930 in een geseculariseerde burgerlijke familie, Hongarije voor Londen, waar hij twee jaar later begon te studeren aan de London School of Economics. Het was toen dat hij, zoals hij zelf vaak heeft verteld, voor het leven getekend werd door de stellingen van de "open samenleving" van zijn professor Karl Popper. In 1956 verhuisde hij naar de Verenigde Staten, waar hij trouwde en de Amerikaanse nationaliteit verkreeg. Aan het begin van de jaren zeventig richtte hij het Soros Fund Management op, en vervolgens het Quantum Fund, waarmee beleggers konden wedden op wisselkoersen en rentetarieven uit de hele wereld. De beleggingsfondsen van Soros waren ongelooflijk succesvol en bereikten in 1985 een miljard dollar. Dankzij het Quantum Fund lanceerde Soros in 1992 speculatieve aanvallen op het Britse pond en de Italiaanse lire, waardoor de internationale markten werden gedestabiliseerd. In 2015 plaatste Forbes Magazine hem op de 19e plaats van rijkste personen ter wereld, met een persoonlijke waarde die wordt geschat op meer dan 25 miljard dollar.
Gewetenloze internationale speculant
Soros, die vandaag meer dan negentig jaar oud is, was niet alleen een gewetenloze internationale speculant, maar hij investeerde ook een groot deel van zijn persoonlijke rijkdom in de realisatie van de "open maatschappij". Om dit project uit te voeren creëerde hij een netwerk van organisaties onder de naam Open Society Foundation, waarmee hij overal ter wereld linkse partijen, massa-immigratie, de legalisering van drugs, abortus en euthanasie, radicale ecologische propaganda en gendertheorie financierde. Pierre-Antoine Plaquevent definieert Soros' activiteit als een werk van "social engineering" dat gericht is op een diepgaande transformatie van de hedendaagse maatschappij, een "globalistisch mystiek lichaam" dat zich wil uitbreiden naar de hele planeet (Soros e la società aperta. Metapolitica del globalismo, Passaggio al Bosco, 2020, p. 138).
Doegin: globalisme is uit
In de nasleep van de pandemie van het coronavirus heeft de utopie van de "open samenleving" van George Soros echter een zware klap gekregen. Onder de auteurs die hebben begrepen hoe de pandemie de crisis van het globalisme markeert, springt de Russische politicoloog Alexander Doegin eruit, die zich vandaag presenteert als een "profeet van de gesloten samenlevingen" tegenover George Soros, de "profeet van een open samenleving". In zijn analyse van de "post-globalistische orde" stelt Doegin dat als gevolg van de pandemie "de globalisering definitief, snel en onherroepelijk instort", omdat "de epidemie alle belangrijke axioma's heeft vernietigd: de openheid van grenzen, de solidariteit van samenlevingen, de doeltreffendheid van bestaande economische instellingen en de competentie van de heersende elites. De globalisering is ideologisch (liberalisme), economisch (mondiale netwerken) en politiek (leiderschap van westerse elites) ten val gekomen." Doegin vervolgt: "De open samenleving zal een gesloten samenleving worden. Soevereiniteit zal de hoogste en absolute waarde worden."
Doegin dompelde zich in occultisme
Aleksandr Geljevich Doegin werd in 1962 in Moskou geboren als zoon van een officier van de Sovjet geheime dienst. In de jaren tachtig sloot hij zich, net als andere nakomelingen van de communistische nomenclatura, aan bij de Joezjinsky-kring die zich rond Yuri Mamleev (1931-2015) verzamelde in een appartement aan de toenmalige Joezjinsky-straat in het centrum van Moskou. Het was daar dat Doegin onder invloed kwam van de occultist Evgenij Golovin (1938-2010), die hem liet kennismaken met westerse gnostische auteurs als René Guénon (1886-1951) en Julius Evola (1898-1974). Golovin en Doegin raakten vaak beschonken terwijl ze de lof van het nazisme bezongen (James D. Heiser, The American Empire Should Be Destroyed, Repristination Press, 2014, pp. 40-41), en "Doegin bevond zich in een omgeving waar Satan, seances, ouija borden, drugs, seks, alcohol, rollenspellen en fascisme samenkwamen in een bedwelmende cocktail" (Gary Lachman, Dark Star Rising, Uitg. TarcherPerigee).
Nationaal-Bolsjewisme
Na de val van de USSR werkte Doegin samen met Gennadiy Zjoeganov aan het politieke programma van de Communistische Partij van de Russische Federatie, en in 1993 richtte hij samen met Edward Limonov (1943-2020), die zijn biseksualiteit koppelde aan een al even bipolaire bewondering voor het communisme en het nazisme, de Nationaal-Bolsjewistische Partij op. Doegin ontwierp de vlag van de beweging: een zwarte hamer en sikkel binnen een witte cirkel op een rode achtergrond. De Russische wetenschapper onderging verdere invloeden in zijn intellectuele evolutie, van Lev Nikolaevitsj Goemiljov (1912-1992), aan wie hij het idee van ‘Eurazië’ ontleende, tot Alain de Benoist, de oprichter van de neo-heidense Nouvelle Droite. Zijn belangrijkste referentiepunt blijft echter Evola, die voor Doegin is wat Popper voor Soros was: de onbetwiste meester. "Meer nog, hij was de archetypische man die in zijn persoonlijk lot het lot van de Traditie beleefde te midden van de eschatologische duisternis. Zijn nalatenschap is meer dan kostbaar. [...] Hij getuigde van de kwaliteit van de huidige werkelijkheid, en toonde op heroïsche wijze de oriëntatie aan, die leidt naar wat voorbij is. Zijn boodschap is noodzakelijk voor Europa".
Zelfvergoddelijking door nihilisme
Doegins theorie van het "radicale subject" volgt trouw Evola's "gedifferentieerde mens" - een man die, volgens een oud Chinees spreekwoord, "op de tijger rijdt" en door middel van de ervaring van het nihilisme zichzelf goddelijk maakt. Voor Doegin, net als voor Evola, is het alleen in de anarchie dat "de duisternis geleidelijk opklaart en uit de afgrond van de noodzaak die verschrikkelijke bloem van het absolute individu ontstaat" (J. Evola, Teoria dell'individuo assoluto, Bocca, 1927, blz. 302-304).‘
Postmoderne alliantie’ tegen open samenleving
Het belangrijkste werk van Doegin is ‘De vierde politieke theorie’ (The Fourth Political Theory, Arktos Media Ltd., 2012). Daarin stelt hij dat "we zowel anticommunisme als antifascisme krachtig moeten verwerpen" (p. 293). In tegenstelling tot Soros, die de wereld wil veranderen in een "open samenleving", stelt Doegin een "postmoderne" alliantie voor van de "vijanden van de open samenleving" - communisten, fascisten en traditionalisten. De Amerikaanse tycoon en de Russische politicoloog dromen beiden van een imperium: dat van Soros is geworteld in de democratieën van het Westen, terwijl dat van Doegin geworteld is in de Mongoolse horden van de steppen, onder het beschermheerschap van Rusland en China. Voor beiden loopt de weg naar de uitvoering van deze plannen door de planetaire chaos.
Dit artikel is eerder verschenen op corrispondenzaromana.it.
Laatst bijgewerkt: 23 november 2023 12:49